“Mensen die hier wonen, hier onderdeel willen zijn van deze samenleving, die wijzen de doodstraf af.” Aldus VVD-Kamerlid Han Ten Broeke in een reportage van EenVandaag over het Turkse referendum van afgelopen zondag waarmee president Erdogan de eigen bevoegdheden drastisch heeft weten te vergroten. Nu lijkt niets een herinvoering van de doodstraf (een lang gekoesterde wens van Erdogan) meer in de weg te kunnen staan. Voor Ten Broeke vormt dit de aanleiding om Turkse Nederlanders eens flink de les te lezen over rechtsstatelijkheid in het algemeen en de doodstraf in het bijzonder.
Ten Broeke overspeelt zijn hand op pijnlijke wijze. Allereerst bestaat er onder Nederlanders aanzienlijke steun voor de doodstraf, en zeker niet alleen onder de ‘Turkse Nederlanders’ die Ten Broeke op de korrel neemt. Ongeveer een derde van het electoraat vindt de doodstraf in sommige gevallen te rechtvaardigen, zo blijkt uit het Nationaal Kiezersonderzoek van 2012. De SGP – u weet wel, een van de ‘constructieve’ oppositiepartijen onder het kabinet Rutte-II – pleit openlijk voor herinvoering van de doodstraf. Desalniettemin wordt SGP-leider Kees van der Staaij om de haverklap in de media en in de wandelgangen op het Binnenhof het ‘staatsrechtelijk geweten van de Kamer’ genoemd. Blijkbaar valt dat prima te rijmen met steun voor de doodstraf, hoewel de doodstraf volgens Ten Broeke dus niet past binnen de rechtsstaat. In het verleden sprak oud-LPF-minister Hilbrand Nawijn zich al eens uit voor de herinvoering van de doodstraf. Ook Patrick van Schie, de directeur van de Teldersstichting (het wetenschappelijke bureau van de VVD), gaf in het verleden aan een voorstander te zijn van de doodstraf in de strijd tegen terrorisme. De VVD reageerde destijds zeer afwijzend op deze oproep van Van Schie, maar we zullen zien dat Van Schie’s opvatting binnen de eigen achterban op vrij veel steun kan rekenen.
Ik heb op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek van 2012 (het NKO van de afgelopen verkiezingen is momenteel in het veld) eens gekeken hoe het ervoor staat met steun voor de doodstraf onder het Nederlandse electoraat. In de figuur hieronder heb ik allereerst opvattingen over de doodstraf opgesplitst naar partijkeuze. De verschillen zijn enorm, maar ook onder linkse partijen is zo’n kwart van de achterban in sommige situaties voorstander van de doodstraf. Dat zijn al met al miljoenen Nederlanders die volgens Ten Broeke dus eigenlijk geen onderdeel van de Nederlandse samenleving willen zijn. En onder zijn eigen achterban ligt dat percentage nog wat hoger.
Doodstraf on-Nederlands?
Waarom zien we deze patronen? Allereerst is steun voor de doodstraf te bezien vanuit een algemene roep voor strengere straffen. Daarnaast zien we dat mensen die ordehandhaving meer vanuit repressie willen vormgeven ook eerder de doodstraf bepleiten. Zo volgt uit het NKO 2012 dat steun voor de doodstraf veel hoger is onder hen die terreurverdachten preventief willen opsluiten of onder hen die martelen een te rechtvaardigen strategie vinden om informatie los te krijgen bij terreurverdachten.
Daar waar VVD-kopstukken als Mark Rutte en Halbe Zijlstra christelijke tradities voor het eigen nationalistische karretje wisten te spannen, zo beoogt Ten Broeke datzelfde te doen met rechtsstatelijke principes. In feite zegt Ten Broeke dat de doodstraf on-Nederlands is. Maar nationalisme blijkt een vrij sterke samenhang te tonen met steun voor de doodstraf. NKO-respondenten die vinden dat “Nederlandse gewoonten en gebruiken behouden moeten blijven” steunen twee keer zo vaak de doodstraf dan hen die dit niet vinden. Ook bij andere nationalistische houdingen zien we dit patroon. Steun voor de doodstraf hangt sterk samen met steun voor de stelling dat “iedere Nederlander het Nederlandse volkslied zou moeten kennen” en dat je “alleen een echte Nederlander kunt zijn als je in dit land geboren bent”. Het zal deze burgers wel rauw op het dak vallen nu blijkt dat ze juist on-Nederlands bezig waren met hun steun voor de doodstraf.
(Voor een uitgebreidere statistische analyse naar verklaringen voor steun voor de doodstraf, zie hier.)
Rechtsstaat
Ten Broeke heeft op Twitter gereageerd dat het hem om meer ging dan louter de doodstraf en dat de doodstraf slechts één van de vijf elementen was die hij noemde. Dat is natuurlijk een nogal slappe verdediging. Ook al zou steun voor de doodstraf slechts een onderdeel vormen van Ten Broeke’s toets der rechtsstatelijkheid, dan nog zou een derde van nota bene zijn eigen achterban zakken voor dit onderdeel van de toets.
Maar goed, naast steun voor de doodstraf zijn de overige vier criteria een scheiding der machten, presidentiële overheersing, parlementaire ondergeschiktheid en een juridische macht die afhankelijk is van de regering. Volgens Ten Broeke heeft iemand die al die elementen afwijst “in onze rechtsstaat niet zoveel te zoeken.” Nu ben ik ook bepaald geen voorstander van presidentiële stelsels, maar er zijn best wat landen te vinden die een dergelijk stelsel binnen de kaders van de rechtsstaat weten te houden. De overheersing van de uitvoerende macht ten koste van de wetgevende macht komt ook in parlementaire stelsels veelvuldig voor, met name die stelsels die op het Britse meerderheidsmodel leunen (zie hier), dus ook hier is de link die Ten Broeke legt met rechtsstatelijkheid op zijn minst dubieus te noemen. (Ook leuk: een dominante uitvoerende macht komt vaker voor in stelsels met weinig politieke partijen en disproportionele kiesstelsels en laat nou net binnen de VVD de roep om een kiesdrempel de laatste jaren zijn toegenomen.)
Ook als we de bovengenoemde institutionele zaken even links laten liggen en kijken naar de kern van Ten Broeke’s punt, rechtsstatelijkheid, brengt zijn eigen VVD het er nogal slecht van af. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 de verkiezingsprogramma’s getoetst op rechtsstatelijkheid en de VVD blijkt dramatisch te scoren (zie ook hier).
Als steun voor de doodstraf on-Nederlands is, dan horen miljoenen Nederlanders niet in Nederland thuis. Onder hen bevinden zich talloze VVD’ers en mensen die juist menen van Nederlandse tradities te houden. Als minachting van de rechtsstaat on-Nederlands is, dan kan de VVD morgen de koffers pakken. Moslims moesten en zouden de schuld krijgen van ‘verstopeitjes’ en ‘lentefeesten’, ondanks het feit dat moslims veel minder moeite blijken te hebben met christelijke uitingen in het openbare leven dan niet-moslims. Nu flikt de VVD hetzelfde kunstje bij monde van Kamerlid Han Ten Broeke door dit keer het eigen nationalisme menen te moeten overgieten met een rechtsstatelijk sausje. Maar ook hier in het je reinste hypocrisie. Het is na de verkiezingen van 15 maart al vaker gezegd, maar de VVD is verworden tot precies het ‘verkeerd soort populisme’ dat het meende te hebben verslagen.
HPax zegt
AD ‘VVD-Kamerlid Han Ten Broeke’, ENZ. door Armen Hakhverdian, 18/04/2017
Bij voorbeeld.
Buitenlandse mensen willen zich domiciliair in Nederland 2017 vestigen. De regering van dat Land, die ze niet heeft uitgenodigd, wil dat eventueel toestaan, mits de verzoekers aan een tiental gestipuleerde voorwaarden V1 t/m V10 voldoen. V1 is bijvoorbeeld dat ze tegen de toepassing van de gerechtelijke doodstraf zijn, V 2 in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, …..V 10 geen vrouwenbesnijdenis toepassen op NL-territoir. Elders liever ook niet.
Welnu het is denkbaar en vrijwel zeker dat er heel wat inheemse Nederlanders zijn die aan een of meer van die eisen niet voldoen.
Indien nu van buitenaf of zo de bijkomende eis wordt gesteld dat geen toegang tot Nederland mag worden geweigerd op grond van een bepaling waaraan de reeds ‘inpandige’ Nederlanders zelf ook niet voldoen, is immigratoir het hek van de dam. We moeten iedereen binnen laten, eventueel ‘Zonder Kloppen’.
Ook verraadt zo’n ontbindend beding een schromelijk gebrek aan sociologische visie. Alsof regels en opvattingen van een samenleving zich niet door de eeuwen heen hebben uitgekristalliseerd en in bepaalde afspraken tussen subgroepen zijn uitgemond. Bijvoorbeeld m.b.t. de doodstraf.
De mening daarover van een zich recent toevoegende buitenstaander kan daar niet zonder meer bij opgeteld of afgetrokken worden.