Vandaag, 4 mei, vindt zoals elk jaar de Nationale Dodenherdenking plaats. De steun voor de Dodenherdenking is groot in Nederland. Recente cijfers van het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017 laten zien dat meer dan 80 procent van de Nederlanders de jaarlijkse Dodenherdenking (heel) belangrijk vindt en ruim negen op de tien Nederlanders staat op de één of andere manier stil bij de Dodenherdenking. De meest voorkomende manier van herdenken is het houden van twee minuten stilte. Officieel worden de volgende oorlogsslachtoffers herdacht tijdens de Dodenherdenking:
“Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij de Nederlandse oorlogsslachtoffers. Allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, en daarna in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.”
In hoeverre volgen burgers dit officiële memorandum tijdens het herdenken? Met andere woorden, waar denken Nederlanders zelf aan tijdens de twee minuten stilte? En, hoe unaniem zijn Nederlanders in hun gedachten tijdens de twee minuten stilte? Om deze vragen te beantwoorden hebben wij als onderdeel van het onderzoeksprogramma “Vrijheid en onvrijheid door de generaties heen” een onderzoek uitgevoerd onder de bezoekers van de Nationale Dodenherdenking in Amsterdam. In totaal hebben 695 bezoekers meegewerkt aan dit onderzoek.
Tweede Wereldoorlog of ook andere oorlogen?
Eén punt waar in Nederland regelmatig discussie over ontstaat is of op 4 mei exclusief de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht moeten worden of dat er ook aandacht kan en moet zijn voor slachtoffers van andere oorlogen. Deze week nog riep het Centrum Informatie en Documentatie Israël op om een herdenking van recent omgekomen vluchtelingen op 4 mei te verbieden omdat hierdoor de Nationale Dodenherdenking zou verwateren. Ook sociologe Jolande Withuis gebruikte de enigszins spottende term “Hutspotherdenking” voor een brede Dodenherdenking waarin naast slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook andere oorlogsslachtoffers herdacht worden. Aan de andere kant zijn er ook mensen die juist vinden dat de Dodenherdenking enkel relevant en betekenisvol kan blijven indien niet uitsluitend slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. Denk bijvoorbeeld aan de actie #geen4meivoormij van vorig jaar. Hoe denken de bezoekers van de Nationale Dodenherdenking hierover?
Zoals in bovenstaand figuur duidelijk te zien is, is er in het algemeen een brede kijk op herdenken. Veel Nederlanders denken niet enkel aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar ook aan slachtoffers van andere oorlogen en vredesmissies. Deze resultaten zijn in overeenstemming met eerder onderzoek op dit onderwerp.
Enkel Nederlandse oorlogsslachtoffers?
Een andere vraag is of er tijdens de Dodenherdenking enkel aandacht moet zijn voor Nederlandse slachtoffers of dat er ook ruimte is voor het herdenken van oorlogsslachtoffers uit andere landen. Op 5 mei wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de gevolgen van oorlog en mensenrechtenschendingen in het buitenland. Zoals in het memorandum is vastgelegd worden op 4 mei echter officieel enkel Nederlandse oorlogsslachtoffers herdacht. Dit betekent dat er officieel dus geen ruimte is om bijvoorbeeld slachtoffers van het huidige conflict in Syrië te herdenken. De vraag is in hoeverre een dergelijk “nationaal karakter” van de herdenking behouden kan blijven in een globaliserende wereld en met de aanwezigheid van veel Nederlanders met een migratie-achtergrond.
Duidelijk is dat Nederlanders ook op dit punt “breed herdenken”. Een grote meerderheid geeft aan niet enkel te denken aan Nederlandse oorlogsslachtoffers, maar ook stil te staan bij oorlogsslachtoffers uit andere landen. Onderzoek onder een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking geeft een gelijkaardig beeld.
Is er ruimte voor het herdenken van daders?
Een ander gevoelig onderwerp is de vraag of op 4 mei ruimte moet zijn om naast de slachtoffers ook daders te herdenken. Enkele jaren geleden ontstond een rel toen bekend werd dat een scholier tijdens de Dodenherdenking op de Dam een gedicht zou voorlezen over een oudoom die zichzelf tijdens de Tweede Wereldoorlog aanmeldde bij de Waffen-SS. Uiteindelijk besloot het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat het gedicht Foute Keuze niet voorgedragen mocht worden op 4 mei. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei geeft in hun beleidsvisie ook duidelijk aan de slachtoffers te herdenken op 4 mei en niet de daders. Toch zijn er ook voorstanders van het herdenken van daders. Redenen om wel stil te staan bij daders zijn dat daders in zeker zin soms ook slachtoffers kunnen zijn van oorlog en dat verzoening, vergeving en leren van het verleden juist belangrijk zijn op dagen als 4 mei.
Ons onderzoek onder bezoekers van de Nationale Dodenherdenking liet zien dat een grote meerderheid aangaf op 4 mei enkel stil te staan bij de slachtoffers van oorlog. Iets minder dan een derde gaf aan wel expliciet aandacht te besteden aan daders van oorlog (zoals NSB’ers, Duitsers of Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog).
Positief over herdenken
Duidelijk is dat Nederlanders in het algemeen dus een brede kijk hebben op herdenken. Zo worden niet enkel Nederlandse oorlogsslachtoffers herdacht, maar ook slachtoffers uit andere landen en ook wordt niet enkel stilgestaan bij slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar ook bij slachtoffers van andere oorlogen. Interessant is ook dat wat Nederlanders herdenken niet altijd helemaal in overeenstemming is met het officiële memorandum. Tot slot valt op dat Nederlanders niet unaniem zijn in wat zij herdenken. Er is bijvoorbeeld een substantiële groep die ook daders herdenkt op 4 mei.
Tijdens ons onderzoek onder bezoekers van de Nationale Dodenherdenking hebben wij zowel vragen gesteld voordat de ceremonie begon als na afloop van de herdenking (Voor de geïnteresseerde lezer: we hebben om selectie-effecten te kunnen onderzoeken ook mensen bevraagd die niet geparticipeerd hebben in de herdenking). Hierdoor kunnen wij ook een globaal beeld geven van de beoordeling en evaluatie van de Nationale Dodenherdenking. Interessant is dat de bezoekers unaniem zeer tevreden waren over de Nationale Dodenherdenking.
Vooral de twee minuten stilte werd bijzonder hoog gewaardeerd (gemiddeld met een 9,59 met 0 = slecht en 10 = goed). Dit is ook in lijn met Walter (2001) die beargumenteerde dat woorden in heterogene samenlevingen eerder uitsluitend dan verbindend kunnen werken en dat juist daarom stilte de sterkste manier kan zijn om een boodschap over te brengen. Aan het einde van onze vragenlijst werden veel opmerkingen geplaatst als “Bijzonder mooi!!”, “Indrukwekkend!”, “Kippenvel” en “Bijzonder om mee te maken”.
Kortom, ook al wordt er in Nederland breed en divers gedacht, toch is er grote steun en waardering voor de Nationale Dodenherdenking. Je zou dus kunnen zeggen dat 4 mei erin slaagt om eenheid in de diversiteit te creëren. Dat is geen triviaal gegeven, zeker nu we net uit een politieke verkiezingsstrijd komen waarin vooral de verschillen zijn benadrukt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.