Afgelopen week startte de nationale hulpactie voor de slachtoffers van de tyfoon op de Filipijnen. Deze ramp kostte naar schatting enkele duizenden mensen het leven en de schade was enorm. De nationale hulpactie in Nederland heeft tot nu toe een kleine 30 miljoen Euro opgeleverd. Lang niet zoveel als de ruim 200 miljoen voor de slachtoffers van de Tsunami einde 2004 en begin 2005, maar aanmerkelijk meer dan de 4,5 miljoen voor Syrië eerder dit jaar. Dit terwijl het aantal slachtoffers in de burgeroorlog die daar woedt vele malen hoger ligt dan in de Filipijnen. Ook de media aandacht voor de nationale actie voor Syrië bleef flink achter: een bescheiden zoekactie in het digitale archief van de landelijke dagbladen in Nederland laat zien dat er over de nationale hulpactie in Syrië het afgelopen jaar 79 artikelen zijn verschenen. Voor de Filipijnen is dit in de afgelopen twee weken al 112 artikelen.
Waarom is er zo weinig (media) aandacht voor Syrië? Als de rampen die zich in de beide landen voltrokken gelijkaardig zouden zijn, dan is de hoeveelheid media-aandacht redelijk goed te voorspellen. Een tijdje geleden publiceerde ik met collega Ruud Koopmans een artikel (paywall) waarin we de aandacht voor aardbevingen in Nederlandse (en Amerikaanse en Britse) kranten proberen te verklaren. Het aantal slachtoffers is van belang, de sterkte van de aardbeving en de geografische afstand tussen het land waar de aardbeving plaatsvindt en Nederland maakt een verschil. Ook de gelijkaardigheid van het land en Nederland in politieke en economische termen draagt bij aan de hoeveelheid aandacht. Hetzelfde geldt voor de banden die bestaan tussen de landen in termen van import/export, immigratie en vakantiebestemmingen. Tenslotte is ook de media aandacht voor het land in de periode voor de aardbeving een goede voorspeller voor de aandacht.
Ik heb hier de precieze gegevens niet bij de hand, maar de Filipijnen en Syrië zullen op het totaal van bovengenoemde criteria niet erg verschillen: Syrië ligt dichterbij en heeft in de afgelopen jaren redelijk veel media-aandacht gegenereerd, met de Filipijnen zullen wat sterkere banden bestaan. Die verschillen zijn niet groot genoeg om het verschil in aandacht te verklaren. Bovendien kent het geweld in Syrië, als gezegd, veel meer slachtoffers.
Er moet dus iets anders aan de hand zijn. Het lijkt erop dat de type gebeurtenis een groot verschil maakt. De grote hoeveelheid beschikbaar beeldmateriaal en de duidelijke afbakening van de gebeurtenis in de Filipijnen maakt deze vele malen geschikter voor een stroom aan berichtgeving dan de doorgaande strijd in Syrië, die bestaat uit een aaneenschakeling van gewelddadige incidenten waarover vaak weinig bekend is en geen beeldmateriaal beschikbaar is.
In 1988 noemde Thomas Birkland natuurrampen al als een goed voorbeeld (paywall) van focusing events: gebeurtenissen die de media agenda fundamenteel kunnen veranderen. Het feit dat het in de Filipijnen een natuurramp betrof en geen voortslepende burgeroorlog, is, om het heel wrang uit te drukken, een geluk bij een ongeluk voor de betrokkenen.
David zegt
Je verklaart media-aandacht voor een ramp helder, maar veronderstelt (in de laatste zin) ook een relatie tussen media aandacht voor een ramp en het succes van de hulpactie voor die ramp. Is dat zo? Ik denk dat de lage donaties voor Syrië niet komen door de matige media-aandacht voor die ramp. Om het wrang uit te drukken, media aandacht voor Syrië heeft geen zin. Mensen geven liever meer aan een heldere ramp.
Rens Vliegenthart zegt
@David, ik denk dat je deels gelijk hebt. Natuurlijk zijn media aandacht en publieke donaties hier verschillende dingen. Toch zou men kunnen veronderstellen dat zij eenzelfde dynamiek volgen. Ik denk ook dat extra aandacht voor Syrië in zijn algemeenheid niets oplevert, maar specifieke aandacht voor een nationale hulpactie voor Syrië dan weer wel.
Johan van roekel zegt
De mogelijkheden zijn natuurlijk eindeloos, Allereerst gelden natuurlijk dezelfde voorwaarden als voor nieuws, is het onverwacht, ernstig en (en daar zit hier veel verschil in) kort en heftig versus lang en slepend.
Daarnaast kan ik me voorstellen dat donateurs aan de Filipijnen geld geven voor wederopbouw, maar dat men in Syrië afwachtender is omdat de burgeroorlog dagelijks voor vers leed zorgt, waardoor de zichtbare effectivteit minder is.
Kortom, zonder extra informatie is er m.i. niets zinnigs te zeggen over de verklaring van het verschil.