Wereldwijd kreunen democratieën onder druk van polarisatie. Hoewel geen enkel land volledig immuun lijkt, bestaan er toch opmerkelijke verschillen. Zo doen Scandinavische landen het beduidend beter dan Frankrijk, de VS of het VK (zie figuur 1). In een recente studie tonen wij aan dat de verschillen tussen landen tot op zekere hoogte verklaard kunnen worden door hun politieke instellingen. Dit is goed nieuws want het impliceert dat onder de ‘juiste’ institutionele voorwaarden democratieën polarisatie wel degelijk kunnen terugdringen.
Figuur 1: polarisatie varieert wereldwijd in sterkte
Om dit te begrijpen, dienen we eerst even stil te staan bij wat ‘polarisatie’ nu precies is. In ons onderzoek definiëren we polarisatie als een proces van steeds verder uit elkaar groeiende actoren. We onderscheiden daarin twee vormen (zie figuur 2): polarisatie op basis van ideeën en polarisatie over identiteit. In het eerste geval geven onverzoenbare opvattingen aanleiding voor polarisatie, terwijl de tweede vorm impliceert dat groepen botsen vanwege de identiteit van de ander. Het conflict heeft dan niet langer betrekking op de ideeën die verschillende groepen er op nahouden, maar eerder op wie ze zijn. Denk bijvoorbeeld aan Republikeinen die niet langer omgaan met Democraten enkel en alleen omdat ze tot het andere ‘kamp’ behoren.
Figuur 2: twee vormen van polarisatie
In een gezonde democratie kunnen en moeten meningen stevig botsen, maar wanneer burgers niet langer met elkaar kunnen of willen spreken, is de democratie zelf in gevaar. Eerder wees onderzoek uit dat polarisatie kan leiden tot sterke verdeeldheid, politiek geweld, en in extremis zelfs de teloorgang van de democratie. De bestorming van het Capitool in Washington illustreert haarfijn hoe polariserende processen de boel op stelten kunnen zetten.
Toch is er reden voor hoop. Uit ons onderzoek blijkt namelijk dat de kracht van beide vormen van polarisatie sterk verbonden is met de institutionele opzet van een land. We konden dit verband blootleggen door de instituties van twee types democratieën met elkaar te vergelijken en vervolgens te linken aan de mate van polarisatie in 36 landen. Dat deden we met behulp van een statistisch model op basis van twee internationale datasets. Specifiek keken we of zogenoemde meerderheidsdemocratieën die de macht bij de meerderheid leggen en waarin slechts enkele partijen electoraal belangrijk zijn, over het algemeen meer gepolariseerd zijn dan consensusdemocratieën, die de macht over zoveel mogelijk groepen in de samenleving verdelen en compromissen nastreven.
Landen zoals Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland of België behoren tot die tweede groep. Zij kunnen rekenen op politieke instellingen die de verscheidenheid aan identiteiten in de samenleving vertegenwoordigen. In ons onderzoek tonen we aan dat consensusdemocratieën ook effectief minder polarisatie vertonen dan meerderheidsdemocratieën zoals de VS, het VK, of Frankrijk. Het is juist die focus op politieke inclusie die consensusdemocratieën van pas komt in de strijd tegen polarisatie. De zoektocht naar consensus op het institutionele niveau lijkt met andere woorden door te sijpelen naar de bredere samenleving. Sterker nog, consensuele instituties zijn beter in staat om vijandige politieke of sociale kampen te bestrijden dan conflicten over belangrijke politieke kwesties. Vermits identiteits-gebaseerde polarisatie de grootste bedreiging vormt voor de gezondheid van een democratie, is dat hoopvol nieuws.
Politieke instellingen maken dus wel degelijk een verschil in de strijd tegen polarisatie. Op basis van ons onderzoek moedigen we burgers en beleidsmakers aan om hun politieke instituties onder de loep te nemen en initiatieven rond politieke inclusie te stimuleren. Democratieën met inclusieve instituties mogen immers traag en inefficiënt lijken, ze bieden tegelijkertijd een goede bescherming tegen conflict en polarisatie.
Afbeelding: Outside during the US Capitol during the January 6, 2021 attack on the building door Tyler Merbler.
Ronald Heijman zegt
Polarisatie ontstaat vooral onder sterke leiders met een vals politiek verhaal, onder clientilistisch, dus niet inclusief, politiek leiderschap, en zwak inhoudelijk- en niet verbindend leiderschap.
Het politiek leiderschap van partijen en politici, is echter een afspiegeling van de ontwikkelingsgraad in de cultuur van de bevolking. Hierbij speelt de tegenstelling van conservatief/ sterk gelovig versus progressief een belangrijke rol. En een jonge versus oude bevolking.
Dit is m.i. goed terug te zien in de polarisatie grafiek.