Opkomst is bijzonder moeilijk te voorspellen via opiniepeilingen. We zien elke verkiezing weer dat prognoses over de opkomst op verkiezingsdag steeds weer bijgesteld moeten worden. Dat gold in 2016, toen de opkomstschattingen voor het Oekraïne-referendum uiteenliepen van minder dan 30% tot bijna 50%. Het gold ook in 2017, toen de opkomst voor de Tweede Kamerverkiezingen hoger uit bleek te pakken dan verwacht. En het gold in 2018 toen de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen toch hoger uitpakte dan in eerdere jaren.
De redenen waarom opkomst zo moeilijk te schatten is, liggen voor de hand. Er zijn grofweg twee oorzaken voor. Ten eerste weigeren niet-stemmers vaker dan stemmers om deel te nemen aan opiniepeilingen. Het is voor elke academische of private peiler een grote opgave om een goede steekproef te hebben. Ten tweede hebben mensen de neiging om hun opkomstgeneigdheid te overrapporteren. Of dit nu komt doordat ze oprecht van plan zijn te gaan stemmen of proberen de interviewer of peiler tevreden te houden, het gevolg is hetzelfde. Peilers proberen hier via speciale vraagformuleringen en weging voor te controleren, maar dit blijft moeilijk.
Recent Deens onderzoek heeft het belang van non-respons en overrapportage als verklaringen van misschattingen van de opkomst specifieker in kaart gebracht. Zij konden dat doen doordat zij beschikten over officieel geregistreerde gegevens welke burgers wel en niet opkwamen bij verkiezingen, en dit koppelden aan het Deense kiezersonderzoek, een eigen enquête.
De Deense onderzoekers bevestigen een groot verschil in daadwerkelijke opkomst tussen die burgers die wel en die niet deelnamen aan het Deense kiezersonderzoek. Onder deelnemers was de opkomstgeneigdheid 93%, onder weigeraars (non-respons) 78%. Een selectieve steekproef doet er dus inderdaad toe.
Daarnaast toont het Deense kiezersonderzoek de grootte van de overrapportage. Hoewel ‘maar’ 93% van de respondenten is gaan stemmen, rapporteert 96% dat ze dat hebben gedaan. Dat verschil lijkt klein, maar laten we het eens van de omgekeerde kant bekijken: De helft van de kiezers die niet is wezen stemmen, stelt in het kiezersonderzoek dat ze dit wel hebben gedaan.
Deze processen beïnvloeden verschillende groepen bovendien op verschillende wijzen. De vertekening is in dit onderzoek met name groot voor het verschil tussen Denen met en zonder migratie-achtergrond. Door selectieve deelname aan het kiezersonderzoek én overraportage door met name mensen met een migratie-achtergrond, lijkt er in het kiezersonderzoek nauwelijks een opkomstkloof tussen de twee groepen, hoewel die in realiteit aanzienlijk is.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.