Mensen zeggen vaak dat ze walgen van politici. Bij de vorige Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 rapporteerde het Pew Research Center dat meer dan de helft van de Amerikanen walging voelde bij de kandidaten. Het zal bij deze verkiezingen zeker niet minder zijn geweest. Walgen Nederlanders ook van politici? Wij onderzochten dit in een artikel recent verschenen in het tijdschrift Politics and the Life Sciences.
Mensen walgen van de tegenpartij
Onze resultaten laten zien dat mensen inderdaad walgen van de leiders van de tegenpartij. Om dit te onderzoeken vroegen we mensen eerst op welke partij zij absoluut niet zouden stemmen (tegenpartij) en welke partij wel (eigen partij). Vervolgens lieten we ze neutrale foto’s zien van de partijleiders van de eigen partij en de tegenpartij. Wij vroegen deelnemers om hun emoties, zoals walging, te rapporteren.
Daarnaast registreerden we gedurende de studie de activiteit van twee gezichtsspieren door electroden op het gezicht te plaatsen. Ten eerste registreerden wij de activiteit van de labii levator spier. Deze spier zit naast je neus (zie plaatje) en relateert aan walging. Je haalt dus letterlijk je neus op. Ten tweede keken we naar de activiteit van de corrugator supercilii spier. Deze spier zit boven je wenkbrauw en relateert aan negatieve emoties in het algemeen.
De deelnemers in onze studie rapporteerde meer walging als zij de leider van de tegenpartij zagen in vergelijking met de leider van de eigen partij. Ook registreerden wij meer activiteit in de labii levator spier als mensen de leider van de tegenpartij zagen.
Mensen halen dus letterlijk hun neus op voor de tegenpartij. Maar dit doen ze soms ook bij de leiders van hun eigen partij.
Mensen kunnen ook walgen van de leiders van hun eigen partij
In het tweede deel van onze studie lieten wij mensen opnieuw foto’s zien van de partijleiders. Dit keer hoorden de deelnemers een geluidsfragment. Hierin werd de politicus beschuldigt van een morele overtreding. Er werd bijvoorbeeld beweerd dat de politicus op een luxe vakantie is geweest betaald door een bedrijf in ruil voor het steunen van een wetsvoorstel dat in het voordeel is van het bedrijf. In deze conditie walgden de deelnemers van de leiders van hun eigen partij. Dit deden zij in de rapportages van walging, maar ook onbewust door de spier naast de neus aan te trekken.
De deelnemers walgden ook van leiders van de tegenpartij, maar dit effect was identiek aan het effect in het eerste deel van de studie. Met andere woorden, mensen walgen al van de leiders van de tegenpartij. Meer negatieve informatie voegt daar niets verder aan toe.
Ronald Heijman zegt
Dat politici een hoge walgingsfactor hebben, zeker in bepaalde culturen en politieke systemen, verbaast mij niet. Waarom dit zo is, lijkt wellicht interessanter.
Ik denk dat politici van “de andere partij dan de mijne” een andere stam vertegenwoordigen. En het stamgevoel bestaat al meer dan 200.000 jaren.
Stammen zijn per definitie verdacht en gevaarlijk, zo hebben we dat geleerd. Zeker die ver van ons afstaan in standpunten en gedrag.
Verder hebben politici in het algemeen een slecht imago. Best vreemd voor mensen die een achterban en het volk vertegenwoordigen en die een gedrags- en rolmodel zouden moeten zijn. Ik zie dat politici traditioneel eerder een aanbod gerelateerde politiek bedrijven en minder een vraag gerelateerde politiek. Zij zijn meer bezig met hun politieke partij, zichzelf, hun collega politici en de media, dan met het electoraat. Bij politici spelen ook andere belangen een rol dan de belangen van de kiezers. Vóór de verkiezingen proberen zij dit even om te draaien, want zij hebben het electoraat nodig voor hun herverkiezing.
Verder speelt in landen als Nederland, dat leiders in ieder geval verdacht zijn. Leiders en leiderschap worden hier vaak niet geaccepteerd. Het wordt nog te veel geassocieerd met bureaucratisch leiderschap, wat in Nederland tot voor enkele decennia de norm was. Hij/zij moet wel alles en over lange tijd goed doen (volgens jouw manier van kijken en denken) wil een leider geaccepteerd en vertrouwd worden. Dan kan een leider zelfs geadoreerd worden, ook in de eindfase waarin hij veel fouten maakt.
Verder speelt dat wat gezien wordt vooral bepaald wordt hoe je kijkt, naar wie, door wie en in welke context. Zo kan iedere uitspraak en uitkomst per kijker en bekekene een andere lading en betekenis krijgen. Mooi recent voorbeeld vormen de presidentsverkiezingen in de USA.
Politiek is een bizar spel waaraan iedereen schuldig is, en leidt soms tot de conclusie dat het maar beter niet aan politici moet worden toevertrouwd.
Politiek en democratie was in haar tijd van ontstaan ook anders bedoeld: het werd uitsluitend bedreven door de elite; de machthebbers door verworven posities door geweld, manipulatie, rijkdom, erkende wijsheid en familieachtergrond.
En daar wringt de schoen nog steeds, wereldwijd.
Ab de Vos zegt
Het lijkt me een open deur dat emoties tegenwoordig een grotere rol spelen dan tijdens de verzuiling en daarvoor. Complottheorieën dragen ook hun steentje bij aan de emotionalisering van de politiek. Leiders uit allerlei sectoren van de samenleving hebben overigens vaker een min of meer charismatisch aspect dat haast per definitie (Webers charismatisch gezag) emotioneel is. Men denke aan de bewieroking en/of verguizing van figuren als Steve Jobs of van Bill Gates. Het lijkt erop of de rationele basis van gezag (wederom Weber) aan het verpulveren is en dat is mede te danken aan de cultuuromslag na de jaren zestig en de erop volgende neoliberale privatiseringscultus. Weinig goeds is er denk ik te verwachten als de verhitting van mens en wereld verder toeneemt. Een nieuwe politieke messias?
Het is natuurlijk altijd leuk dat de wetenschappelijk geconstateerde beweging van een aangezichtsspier niet in tegenspraak met de eigen opvatting is. Welke spieren zouden samentrekken bij de adoratie van de leider?