Het is inmiddels ruim tien jaar geleden dat de financiële crisis een hoogtepunt bereikte met het faillissement van de Amerikaanse bank Lehman Brothers. In de dagen daarna volgen de gebeurtenissen in de Verenigde Staten en Europa zich snel op. Met name de Zuid-Europese landen belanden in een grote economische crisis die enkele jaren voortduurt.
In deze crisis wordt een belangrijke rol toegeschreven aan media en mediaberichtgeving. Onderzoek heeft bijvoorbeeld laten zien dat negatieve economische berichtgeving kan leiden tot een lager consumentenvertrouwen – zie bijvoorbeeld dit eerdere blog. We weten echter nog niet zoveel over de omstandigheden waaronder dit type effecten sterker of zwakker is. Is de invloed van de media bijvoorbeeld groter in landen die door een zware crisis heengaan?
In een recent artikel (open access) kijken we naar de effecten van negatieve economische berichtgeving op zowel burgers (consumentenvertrouwen) als parlementariërs (aandacht die zij aan negatieve economische ontwikkelingen besteden middels Kamervragen). Het consumentenvertrouwen is in het bijzonder interessant, omdat het vertrouwen direct invloed heeft op het financiële gedrag van burgers en daardoor op de nationale economie.
Aanpak
Voor dit onderzoek verzamelen we maandelijkse gegevens voor de periode 2005-2016. We doen dat in vier landen: Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje. De laatste twee landen zijn door de crisis duidelijk harder getroffen dan de eerste twee. We controleren voor de daadwerkelijke economische situatie zoals gereflecteerd in veranderende werkloosheidscijfers en beurskoersen en voeren diverse tijdreeksanalyses uit.
Media doen er minder toe in tijden van (diepe) crisis
Uit de resultaten blijkt dat, inderdaad, negatieve economische berichtgeving zorgt voor een lager consumentenvertrouwen en meer parlementaire aandacht. De effecten zijn niet overal en altijd even groot. Opvallend genoeg doen media er minder toe in de landen waar de crisis het grootst was: blijkbaar hebben burgers (en ook politici) de media minder nodig om ervan doordrongen te zijn dat het niet goed gaat. Hetzelfde geldt als de situatie slechter wordt door de tijd heen: als werkloosheid toeneemt (of beurskoersen kelderen) is de invloed van media op consumentenvertrouwen kleiner. In die gevallen is de invloed van media op parlementariërs wel groter: kennelijk hebben zij dan het gevoel dat informatie over de economische situatie niet meer genegeerd kan worden en politieke actie vereist.
Deze studie leert ons dat negatieve economische informatie in de media een sterke invloed heeft als het economisch niet heel slecht gaat: media dragen vooral bij aan negatieve sentimenten als daar economisch gezien minder aanleiding voor is. Hiermee kunnen ze mede-veroorzaker zijn van een economische dip, maar wanneer die dip eenmaal diep genoeg is, maakt negatieve berichtgeving een stuk minder uit.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.