Volgens sommige berekeningen heeft Griekenland de afgelopen jaren zo’n 115 Marshallplannen aan noodhulp ontvangen uit de verschillende Europese reddingsfondsen. Alleen al de Duitse hulp zou equivalent zijn aan 29 Marshallplannen. Meer dan een kwart van het permanente noodfonds (het ‘Europees stabiliteitsmechanisme’ of ESM) komt op conto van Duitsland. De ratificatie van het ESM-verdrag verliep niet zonder slag of stoot, maar uiteindelijk spraken op 27 september 2012 de Bundesrat, Bundestag en de Duitse president Joachim Gauck hun steun uit en trad het verdrag in werking.
Maar laten we eens kijken naar steun voor dergelijke reddingsoperaties onder de Duitse bevolking. Parlementen hebben namelijk zo nu en dan de neiging om bij de ratificatie van dit soort Europese verdragen uit de pas te lopen met het electoraat dat zij horen te vertegenwoordigen.
De politicologen Michael Bechtel, Jens Hainmueller en Yotam Margalit beschikken over unieke Duitse opiniedata (zie hier, open access) over reddingshulp aan noodlijdende EU-partners. Op basis van een aantal enquêtes onder duizenden Duitsers, uitgevoerd in januari 2012, laten Bechtel c.s. zien dat een ruime meerderheid (60%) tegen noodhulp was. Nu kwam dit beeld ook al naar voren uit eerdere commerciële enquêtes, maar het was onduidelijk waarom men al dan niet steun voor zulke bailouts uitsprak.
Gulle gevers
Nu blijkt deze bereidheid tot financiële steun vooral te rusten op houdingen als kosmopolitisme en altruïsme (zie hier voor de appendix met alle variabelen en aanvullende analyses). De eigen economische situatie – inkomen, arbeidssituatie, beroepsgroep, etc – speelt vrijwel geen rol. Het is dus bijvoorbeeld niet zo dat economisch kwetsbare groepen grotere bedenkingen plaatsen bij noodhulp.
Wat wél uitmaakt is de mate waarin men een kosmopolitisch wereldbeeld koestert. Kosmopolitisme duidt hier op een wereldbeeld dat meer naar buiten gericht is op het globale, dan naar binnen gekeerd op het lokale. Kosmopolieten zijn eerder geneigd om deze financiële reddingsacties te steunen.
Bovendien speelt de mate van altruïsme een belangrijke rol. Bechtel c.s. verlootten onder de respondenten een aantal prijzen van honderd euro en gaven respondenten de mogelijkheid om een deel hiervan te schenken aan goede doelen. De gulle gevers bleken ook aanzienlijk meer steun voor noodhulp uit te spreken dan diegenen die de volle honderd euro voor zichzelf opeisten. In Figuur 1 (nogmaals, open access!) zijn alle resultaten nog eens samengevat.
Internationale solidariteit
Internationale herverdelingsvraagstukken leunen dus veel minder op de persoonlijke economische situatie dan op een bepaalde Weltanschauung. Bechtel c.s. concluderen dan ook dat het winnen van electorale steun voor Europese reddingsoperaties niet via de portemonnee van mensen gaat: “altering the domestic distributive effects of the bailouts is unlikely to bring about a significant shift in voters’ stance in this debate” (p. 20).
Het koesteren van internationale solidariteit (tussen landen) is wat dat betreft echt anders dan nationale solidariteit (tussen groepen binnen landen). Vandaar dat bijvoorbeeld kiezers van Die Linke enerzijds zeer egalitair zijn met betrekking tot de nivellering van inkomens binnen Duitsland, maar alsnog in grote getale tegen noodhulp aan Griekenland waren. Bechtel c.s. laten zien dat alleen onder kiezers van de rechtsradicale Republikaner en de neonazistische NPD weerstand voor de bailouts nog groter was…
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.