Op 22 november kunnen kiesgerechtigde Nederlanders naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Na de verkiezingen start de formatie van een nieuw kabinet. Daarbij gaat het onder meer om de vraag wie met wie wil regeren en waar partijen elkaar inhoudelijk kunnen vinden. Wat verwachten burgers eigenlijk van een nieuw kabinet? Dat onderzocht het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een extra verkiezingseditie van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven.
Maatschappelijke problemen oplossen en publieke voorzieningen op peil houden
We vroegen mensen om in hun eigen woorden op te schrijven wat zij zien als belangrijkste taak voor een nieuw kabinet. Het verbeteren van de politiek zelf is dan het meest genoemde thema (zie figuur 1). Dat mensen zich zorgen maken over de wil én het vermogen van de politiek om de grote problemen van dit moment aan te pakken zien we al langer. Een minderheid (42%) gaf de Tweede Kamer en de regering in het voorjaar van 2023 een voldoende voor vertrouwen. De redenen die mensen noemen voor hun onvrede over de politiek gaan zowel over de politiek-bestuurlijke cultuur (onder meer dat politici niet luisteren, niet weten wat er leeft, en hun eigen- of partijbelang belangrijker vinden dat het algemeen belang) als over wat de politiek bereikt: en dat is in de ogen van burgers te weinig. Mensen noemen tal van terreinen waarop de politiek tekort schiet en waarop ze van een nieuw kabinet actie verwachten: de stijgende prijzen en groeiende inkomensverschillen, klimaatmaatregelen en stikstof, het tekort aan betaalbare woningen, immigratie en de opvang van vluchtelingen, goede en betaalbare zorg en onderwijs, en veiligheid.
Figuur 1 Prioriteiten voor een nieuw kabinet volgens burgers, bevolking van 18+, augustus 2023 (in procenten)a
a Vraagstelling: ‘Wat vindt u de belangrijkste taak voor een nieuw kabinet? Op welk probleem of welke doelstelling zou het zich vooral moeten richten? Kortom: wat zou u een nieuw kabinet mee willen geven?’. In totaal hebben 666 respondenten deze vraag voorgelegd gekregen, waarvan 69 mensen (10%) er geen antwoord op hebben gegeven of aangeven het niet te weten. De overige antwoorden zijn gecategoriseerd naar verschillende onderwerpen. Ondanks dat er naar de belangrijkste taak is gevraagd, geven sommige mensen meerdere onderwerpen aan en daarmee leverde de codering 1045 gecategoriseerde antwoorden op. Weergegeven is het aantal onderwerpen gedeeld door het aantal respondenten.
Bron: LISS augustus 2023
Meer geld voor wonen, zorg, armoedebestrijding, onderwijs en veiligheid
We vroegen nog op een tweede manier naar wat burgers van een nieuw kabinet willen. Voor 17 begrotingsposten (en de optie ‘verminderen van de staatsschuld’) vroegen we burgers aan te geven of ze willen dat het nieuwe kabinet aan deze beleidsterreinen meer of juist minder geld zou moeten uitgeven. Gemiddeld willen mensen meer geld uitgeven, maar er zijn behoorlijke verschillen tussen de begrotingsposten (zie figuur 2). Het vaakst geven mensen aan dat er meer geld zou moeten naar het aanpakken van het woningtekort, het verbeteren van de gezondheids- en ouderenzorg, het bestrijden van de armoede en het verbeteren van onderwijs. Deze begrotingsvraag laat ook zien aan welke begrotingsposten mensen minder willen uitgeven. Veelgenoemde posten waar minder geld naar toe zou kunnen zijn ontwikkelingssamenwerking, kunst en cultuur, asielopvang, bijdragen aan internationale missies en het verbeteren van de integratie van minderheden.
Figuur 2 Prioriteiten voor een nieuw kabinet, bevolking van 18+, 2023 (in procenten)a
(klik op het figuur voor een grotere weergave)
a Vraagstelling: ‘In de politiek moet worden gekozen. Meer geld uitgeven aan bepaalde doeleinden betekent dat er minder geld is voor andere. Wilt u dat de landelijke politiek aan de volgende doeleinden meer of minder geld gaat besteden?’ De verschillende doeleinden zijn in willekeurige volgorde aan mensen voorgelegd.
b De uitgavenposten staan in de volgorde van afnemende netto bestedingswensen (= meer minder) en onderaan het gemiddelde daarvan, en ten slotte de vermindering van de staatsschuld.
c De categorie ‘ik weet het niet’ is niet weergegeven in de figuur. Gemiddeld over alle doeleinden gaf 8% aan het niet te weten. Dat was met 15% het hoogst bij het verminderen van de staatschuld.
Bron: LISS augustus 2023
Eens over wonen, zorg, onderwijs en armoede; oneens over klimaat en immigratie
Voor aanhangers van vrijwel alle in het onderzoek opgenomen[i] politieke partijen staat het aanpakken van het tekort aan woningen, verbeteren van de zorg en het onderwijs en het bestrijden van armoede in de top vijf belangrijkste prioriteiten. Er zijn echter grote verschillen in de prioriteit die de verschillende kiezersgroepen geven aan het aanpakken van klimaatverandering, het verbeteren van integratie en de asielopvang. Aanhangers van GroenLinks-PvdA en D66 willen bijvoorbeeld in grote meerderheid meer geld uitgeven aan klimaat, terwijl de overgrote meerderheid van de aanhangers van PVV/JA21/FvD en BBB juist wil dat er minder geld naar toe gaat. En waar er binnen GroenLinks-PvdA en D66 een meerderheid is om meer geld uit te geven aan asielopvang en integratie; vindt het overgrote deel van de aanhang van PVV/JA21/FvD en BBB dat er minder geld naartoe moet. De aanhangers van de overige partijen nemen een middenpositie in.[ii]
Deze grote verschillen in prioritering laten zien dat ondanks de relatief grote eensgezindheid onder kiesgerechtigden over wat de problemen zijn waarmee Nederland te maken heeft zijn er vooral als het gaat over klimaat en immigratie grote verschillen zijn in de opvattingen over deze kwesties en de gewenste oplossingsrichtingen. Waar de een begint over ‘stikstofgeneuzel’ heeft de ander het over ‘nu of nooit voor het klimaat’. En waar de een het in zijn ogen onfatsoenlijke opvangbeleid hekelt, maakt de ander zich zorgen over de te grote instroom van asielzoekers en de gevolgen ervan.
Op terreinen als wonen, inflatie, armoede en zorg zijn de meningsverschillen over het doel kleiner: de meeste mensen willen dat er voldoende en betaalbare woningen komen, dat de kosten van het dagelijks leven binnen de perken blijven en de zorg voor iedereen betaalbaar en toegankelijk. Over hoe deze doelen bereiken zouden moeten worden en, eventueel, ten koste van wat, laten zij zich in ons onderzoek niet uit. Dat komt omdat we er niet expliciet genoeg om vroegen, maar ook omdat mensen het niet goed weten. “Als ik wist hoe het moest, was ik wel politicus geworden” zeggen deelnemers aan onze focusgroepen vaak.
Maar eerst … de verkiezingscampagne
En die opmerking brengt ons terug bij politieke partijen, politici en de verkiezingscampagne die nu langzaam op stoom begint te komen. Dit is het moment om van politici en partijen te horen hoe zij denken over al die thema’s waarvan burgers verwachten dat een nieuw kabinet ze zal aanpakken: inflatie, wonen, klimaat en stikstof, immigratie, veiligheid, gezondheidszorg, onderwijs, en niet in de laatste plaats: het functioneren van de politiek zelf. Inmiddels zijn alle partijprogramma’s bekend en kan de kiezer lezen of en hoe partijen deze maatschappelijke vraagstukken aankaarten, wat partijen willen bereiken op deze thema’s, hoe ze dat willen doen en welke prioriteiten ze stellen. Aan politieke leiders de taak om deze inhoudelijke verschillen in de campagne en verkiezingsdebatten over het voetlicht te brengen, zodat de kiezer weet wat er te kiezen valt.
[i] Dit onderzoek is uitgevoerd in augustus 2023, toen Omtzigt nog niet had laten weten of hij zou meedoen aan de verkiezingen. We konden dus niet vragen naar de opvattingen van zijn potentiële aanhangers.
[ii] In bijlage A van het COB-verkiezingsbericht zijn alle verschillen tussen aanhangers van politieke partijen terug te vinden.
Ronald Heijman zegt
Uit het onderzoek blijkt duidelijk een politiek tweestromen landschap in progressief en conservatief op de brede flanken. De middengroep zal vanuit haar dominante middenpartijen bepalen of er geregeerd gaat worden via de een of de andere richting. Hierbij wordt bepalend de mogelijkheid van vorming van een meerderheidsregering via de een of andere richting, met behulp van de kleine partijen. Of een minderheidsregering met een zo breed mogelijk draagvlak. Strategisch worden de kleine partijen hierdoor net zo belangrijk als de grote partijen. Voor een meerderheid misschien zelfs wel belangrijker.