Populistische partijen en politici zijn vaak sterk gekant tegen vrijhandel. Zo stelde Donald Trump tijdens de recente presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten ‘I am all for free trade, but it’s got to be fair. When Ford moves their massive plants to Mexico, we get nothing. I want them to stay in Michigan’ (bron). Hier in Nederland geeft de slogan ‘TTIP: HANDELSVERDRAG? WURGAKKOORD!’ aan dat de SP ook grote reserves heeft bij vrij economisch verkeer over landsgrenzen. En soortgelijke geluiden klinken bij links-populistische partijen als die Linke in Duitsland, en rechts-populistische partijen als Front National in Frankrijk, en de Partij voor de Vrijheid (PVV) in Nederland. Bijvoorbeeld als zij de instroom van ‘Poolse Loodgieters’ sinds de in 2006 ingevoerde ‘Bolkensteinrichtlijn’ hekelen.
Dat links- en rechts-populistische partijen weinig ophebben met vrijhandel is duidelijk, maar geldt dat ook voor de aanhang van dergelijke partijen? En als dat zo is: hoe verhoudt deze steun voor protectionisme zich tot bekende motieven om op deze partijen te stemmen? Weerspiegelt steun voor protectionisme simpelweg hun economische zorgen, afkeer van culturele diversiteit, of wantrouwen in de politiek? Of is het een apart stemmotief? Dit hebben wij onderzocht in een recent artikel, waarin we inzoomen op Nederland.
Weerstand tegen vrijhandel onder SP- en PVV-stemmers
De onderstaande figuur toont de scores op steun voor protectionisme en bekende stemmotieven voor populistische partijen, allen gemeten op een schaal van 1 tot 5. De rode balken tonen de scores van SP-stemmers, de blauwe de scores van het PVV-electoraat, en de grijze die van mensen die een voorkeur hebben voor een van de als niet-populistisch geclassificeerde partijen CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, SGP, en VVD. We zien het bekende beeld van hoog politiek wantrouwen onder beide populistische electoraten, een voornamelijk onder het links-populistische electoraat grote weerstand tegen economische ongelijkheid (gemeten met economisch egalitarisme: een voorkeur voor herverdeling), en vooral onder rechts-populisten hoge weerstand tegen culturele diversiteit (gemeten met etnocentrisme: een negatieve houding jegens immigranten en etnische minderheden). De bovenste drie balken laten zien dat de populistische electoraten in Nederland net als hun politieke voorlieden relatief grote voorstanders zijn van protectionistische politiek. Maar hoe kunnen we dat duiden?
Verzet tegen vrijhandel kan geïnspireerd zijn door verschillende bekende stemmotieven. Zo leidt vrijhandel weliswaar tot grotere welvaartsgroei, maar ook tot meer economische ongelijkheid, omdat de relatieve vraag naar laagopgeleiden daalt. Daarom valt te verwachten dat steun voor protectionistische maatregelen vooral onder SP-stemmers wordt aangedreven door hun weerstand tegen economische ongelijkheid (bron). Voor PVV-stemmers is de verwachting daarentegen dat verzet tegen vrijhandel voortkomt uit verzet tegen de culturele uitwisseling en diversiteit die het met zich meebrengt. En voor beide partijachterbannen valt te verwachten dat verzet tegen vrijhandel is ingegeven door hun wantrouwen in politieke instituties, waarin vrijhandelsverdragen immers tot stand komen.
Weerstand tegen vrijhandel motiveert stemmen op populistische partijen
Ons onderzoek laat zien dat zowel voor de aanhang van de SP als de PVV steun voor protectionistische maatregelen een belangrijk stemmotief is, naast de reeds bekende stemmotieven. Weerstand tegen vrijhandel is voor de PVV-aanhang een stemmotief naast hun politiek wantrouwen en weerstand tegen culturele diversiteit, en voor de SP-aanhang naast wantrouwen in de politiek en weerstand tegen economische ongelijkheid. Het blijkt bovendien voornamelijk een op zichzelf staand stemmotief te zijn. Anders verwoord: voor de achterbannen van zowel de SP als de PVV maakt weerstand tegen vrijhandel geen onderdeel uit van de link tussen politiek wantrouwen en hun stemvoorkeur, en het maakt ook geen onderdeel uit van de link tussen economisch egalitarisme en een voorkeur voor de SP. Weerstand tegen vrijhandel maakt alleen (en in slechts zeer beperkte mate) onderdeel uit van de bekende link tussen etnocentrisme en een voorkeur voor de PVV.
De relevantie van weerstand tegen vrijhandel voor de politiek
Onze bevindingen hebben op twee manieren bredere implicaties voor de politiek in Nederland. Ten eerste blijkt wederom dat weerstand tegen vrijhandel niet geïnspireerd is door zorgen over economische ongelijkheid (zie hier, hier en hier). Dat staat haaks op de door verschillende onderzoekers uitgesproken verwachting dat toenemende vrijhandel leidt tot een heropleving van herverdelingspolitiek. Eerder onderzoek laat zien dat weerstand tegen vrijhandel vooral is ingegeven door weerstand tegen culturele diversiteit (zie hier en hier), en blijkt nu ook, hoewel in beperkte mate, als zodanig een motief voor stemmen op de PVV. Daarom kan worden verwacht dat eerder identiteitspolitiek dan herverdelingspolitiek wordt aangewakkerd als vrijhandel wordt gepolitiseerd. Dit kan de culturele kloof tussen rechts-populisten enerzijds en nieuw-linkse partijen en hun aanhang anderzijds verder bestendigen.
Ten tweede zal politisering van vrijhandel de electorale concurrentie tussen de SP en PVV kunnen aanwakkeren. We weten al dat ze concurreren om de steun van politiek wantrouwende (bron en bron) en Eurosceptische (bron en bron) burgers. Uit onze studie blijkt dat ze daarnaast ook concurreren om burgers met weerstand tegen vrijhandel, en dit zou dus ook wel eens deels verantwoordelijk kunnen zijn voor de bevinding dat een deel van het Nederlandse electoraat de ene keer SP en de andere keer PVV stemt.
Paul Treanor zegt
De SP is een nationalistische partij, dat zich al decennia verzet tegen de immigratie, en de gedwongen assimilate van migranten voorstaat. Het is bovendien voorstander van de vrije-markt economie en van het ondernemerschap. Op grond van de basisprincipes en ideologie is het niet als ‘links’ in te delen.
Omgekeerd zijn enige kenmerken van het Europees populisme afwezig bij de SP, zoals de bewering dat de Islam een oorlog voert tegen het westen. De partij is helemaal niet sterk gericht op de Islam. Het lijkt mij dat de etiketten hier niet in orde zijn. Dat betekent niet op zichzelf elke conclusie van de auteurs fout is, maar is wel een reden om de conclusies na te kijken op mogelijke invloed van de etikettering.
Ronald zegt
Politieke programma’s zijn politiek rationele standpunten.
Stemgedrag van kiezers is vooral gebaseerd op emoties, vaak zonder dat men de consequenties van het stemgedrag, overziet, dus irrationeel.
Het gedrag van politieke partijen, en vooral dat van hun voormannen/vrouwen, hebben zich ontwikkeld in de richting van het aanspreken van de emotie, de irrationele politieke kant.
Vervolgens worden de emotionele stembusresultaten politiek rationeel omgezet. Doordat de emotie voorlopig blijft bij de achterban, kan een politieke partij haar rationele ideologie zo voorlopig ongehinderd doorzetten.
Zodra de achterban begint te voelen en begrijpen dat dit in haar (emotionele en/of rationele) nadeel werkt of haar emoties niet worden waargemaakt, dalen de peilingen en de stemmen. De partij faalt te leveren op emotioneel en rationeel gebied.
Ziet men wel resultaat voor zichzelf, dan zal een partij blijven groeien. Zowel de PVV als SP zijn m.i. niet in staat hun achterban goed te blijven bedienen, want kunnen niet leveren. PvdA is daaraan al dramatisch geslachtofferd en D66 zal door haar ideologische spagaat, door de genoemde discrepanties, aan belang dalen. GroenLinks zal grote moeite hebben haar positie te handhaven, want krijgt/neemt geen macht om te leveren. Kleine partijen hebben volop kansen hun droom te verkopen aan de kiezers, want aan politieke afrekening door hun kiezers zijn zij nog niet toe. Het heeft immers nog geen consequenties op de eigen emotie en er is nog geen ervaren rationele teleurstelling.
Politiek is emotie en achteraf aan den lijve gevoelde realiteit. Daarom is politiek per definitie instabiel.
Het is de emotionele instabiliteit die de politiek en de maatschappij verder brengt door de continue zoektocht naar nieuwe stabiliteit.