Verschillende politicologisch relevante onderzoeksinstellingen staan op de tocht: het NIDI (demografie), het CPG (parlementaire geschiedenis), en het Montesquieu Instituut. Vanavond wordt over dit controversiële besluit gedebatteerd in de Tweede Kamer. Een overzicht waarom dit een probleem is, via een drietal reacties.
- De eerste is van Joost Berkhout, die zojuist naar aanleiding van de vorige blogpost terecht opmerkte: “Ook in Nederland staat de subsidie voor een aantal politicologisch relevante onderzoeksinstellingen onder druk. De regering is van plan om de subsidie voor onder andere het NIDI, het Montesquieu Instituut en het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis in zijn geheel stop te zetten. In een zwakke onderbouwing zegt de regering het onderzoek van deze instellingen ‘niet uniek’ te vinden. De genoemde instellingen maken bezwaar tegen deze plannen en worden daarin gesteund door de academische gemeenschap.”
“Overigens valt het me op dat de onderzoeksvragen van deze instellingen, in vergelijking met die aan universiteiten, veel dichterbij het actuele beleidsproces en de ‘Haagse politiek’ staan. Daarom raken deze bezuinigingen vooral en direct aan de wetenschappelijke input in het beleidsproces, terwijl zij eveneens maar in mindere mate afbreuk doen aan het wetenschappelijk onderzoek in Nederland. Voor universiteiten vervullen de genoemde instituten vooral een brugfunctie met beleidsgeoriënteerde organisaties.” - Een stevige reactie komt van Herman van de Werfhorst, die zich nadrukkelijk uitgesproken heeft tegen de bezuinigingsplannen van OCW. Van de Werfhorst, hoogleraar sociologie, vraagt zich af wat de Minister van OCW bezielt. Het NIDI is een “topinstituut” met “een uitermate urgente onderzoeksagenda voor de komende decennia”, namelijk “demografische ontwikkelingen waarvan de vergrijzing en ontgroening wellicht de meest pregnante zijn.” Dat OCW zelf zegt geen gebruik te maken van de gegevens van het NIDI zegt volgens Van de Werfhorst wellicht meer over Nederlandse ambtenaren. “Werkelijk onbegrijpelijk dat men dit instituut afknijpt,” concludeert hij.
- Afgelopen weekend verscheen er een groot opiniestuk in de Volkskrant van een breed academisch gezelschap dat in de bres sprong voor het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. Zij noemen het CPG “een uniek expertisecentrum” en “voorbeeldinstituut”, waar journalisten, Haagse ambtenaren (!) en wetenschappers veelvuldig een beroep op doen, en waar “tegen heel lage kosten veel en belangrijk werk gedaan” wordt. Bezuiniging, zo concluderen de schrijvers, “levert de schatkist bijna niets op, maar zal het geheugen van de Nederlandse parlementaire democratie aantasten.” En met dat geheugen ook de verantwoording en het rekenschap over het eigen verleden.
Vanavond dus het debat.
Woordvoerders #ocw debat zijn oa @annewillucas @MoMohandis @michelrog @Paul_van_Meenen @JaspervanDijkSP @jesseklaver @carolaschouten #nidi
— NIDI (@NIDI_KNAW) June 27, 2013
Opvallende parallel met de vorige blogpost: De minister van OCW, Jet Bussemaker, is zelf politicoloog.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.