Net als bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen laten de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 een grote spreiding van het electoraat over de landelijke partijen zien. Vanwege de aanzienlijke winsten van lokale partijen pakte deze spreiding bij de gemeenteraadsverkiezingen voor de landelijke partijen nog dramatischer uit dan voor de Tweede Kamerverkiezingen.
Deze trend zien we ook in Den Haag, waar de Groep de Mos zoveel winst heeft behaald dat de andere partijen zonder deze partij alleen met z’n vijven een meerderheid in de raad kunnen behalen.
Op basis van de verkiezingsuitslag zijn er veel coalities mogelijk die op een meerderheid in de Haagse gemeenteraad kunnen rekenen. Voor dit onderzoek hebben we de volgende selectie gemaakt:
- De grote vier: Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks
- Een centrumrechtse combinatie van Groep de Mos, VVD, D66 en CDA
- Een centrumcoalitie VVD, D66, GroenLinks, PvdA, CDA
- Een centrumlinkse coalitie VVD, D66, GroenLinks, PvdA, HSP
- Een coalitie zonder D66: Groep de Mos, VVD, GroenLinks en PvdA
- Een ‘links-lokale’ coalitie van Groep de Mos, D66, GroenLinks, PvdA en HSP
Hieronder geven wij eerst een overzicht van de verwachte uitkomsten van de zes meest aannemelijke coalities op elf hoofdpunten van beleid, waaronder die van de grote vier die nu onder leiding van Edith Schippers aan het onderhandelen zijn: Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks. Na het overzicht voor alle zes coalities gaan wij dieper in op welke hoofdpunten naar onze verwachting in de grote coalitie controversieel blijven en welke niet.
Vooruitlopend op de resultaten is het in ieder geval duidelijk dat de coalitie waarover op dit moment onderhandeld wordt vanuit puur inhoudelijk oogpunt alleen voor D66 de voorkeurscoalitie is. Voor alle andere partijen zijn alternatieve coalities denkbaar waarmee zij hun partijprogramma beter zouden kunnen realiseren.
Verwachte uitkomsten van zes coalities
De gegevens voor onze voorspellingen zijn verzameld door de eerste auteur in een ruimere groep van experts. Daarbij is een methode gehanteerd die al jarenlang met veel succes in nationaal en internationaal onderzoek is gebruikt door de tweede auteur en zijn onderzoeksgroep (zie www.stokman.org voor meer details). De analyses zijn gedaan met het door de derde auteur ontwikkelde Python-programma Decide, dat deze zomer beschikbaar wordt gemaakt voor algemeen gebruik.
In hun partijprogramma’s en in de verkiezingscampagne nemen partijen bepaalde posities (beleidsvoornemens) in op talloze beleidsdossiers. Per beleidsterrein worden deze weergegeven als punten op een schaal van 0 tot 100. Voor partijen zijn uitkomsten op sommige beleidspunten belangrijker dan op andere. Ook dit geven wij weer op een schaal van 0 (geheel onbelangrijk) tot 100 (uiterst belangrijk). Deze scores zijn opgenomen in bijlage 1. Tenslotte gaan wij ervan uit dat grote partijen meer kunnen binnenhalen dan kleinere partijen, simpelweg omdat zij een groter gewicht in de onderhandelingen hebben en dus een grotere invloed kunnen uitoefenen op de uitkomst. Deze gewichten zijn gebaseerd op het aantal zetels dat de partij in de raad heeft.
Op basis van de posities en prioriteiten van de onderhandelende partijen voorspelt ons model bijvoorbeeld dat een college met GdM/VVD/D66/GL geen wijziging zal aanbrengen in het sociale huurstelsel terwijl een coalitie van GdM/VVD/D66/CDA zal pleiten voor minder sociale huur op dure ontwikkellocaties. In het overzicht hieronder staan de verwachte uitkomsten van de onderhandelingen voor de zes bovengenoemde coalities op allerlei lokale beleidsterreinen.
GdM/VVD/D66/GL | GdM/VVD/D66/CDA | GdM, VVD, GL, PvdA | |
Armoedebeleid | Intensiveren Fonds Ouderen en Chronisch zieken en schuldhulp | Meer preventie en maatwerk | Intensiveren kindpakketten en schuldhulp, ruimere ooievaarsregeling |
Afvalbeleid | Circulair als uitganspunt | Bron- en nascheiding intensiveren | Circulair als uitgangspunt |
Autoluwe binnenstad | Onderzoek naar uitbreiding | Geen uitbreiding | Geen uitbreiding |
Bed, bad, brood | Aansluiten bij landelijk beleid; strikte handhaving | Aansluiten bij landelijk beleid; strikte handhaving | Aansluiten bij landelijk beleid |
Milieuzone | Uitbreiding in type voertuigen | Geen wijziging | Alleen verbod tweetaktmotoren |
Investeringen in OV | Incidenteel €15-20 mln | Fonds €50 mln | Incidenteel €15-20 mln |
Parkeerbeleid | Alleen vergunningparkeren bij draagvlak | Alleen vergunningparkeren bij draagvlak | Alleen vergunningparkeren bij draagvlak |
Bijstandsbeleid | Afbouwen STIP-banen, meer persoonlijke aandacht bij reintegratie | Afbouwen STIP-banen, zo streng mogelijke uitvoering Participatiewet | Afbouwen STIP-banen, meer persoonlijke aandacht bij reintegratie |
Sociale huur | Geen wijziging | Minder sociale huur op dure ontwikkellocaties | Gemeentelijk woningbedrijf, meer sociale huur |
Lokale lasten | Verhogen OZB opbrengst met €6 mln | Geen wijziging | Verhogen OZB opbrengst met €10 mln |
Klimaat (mln €) | 46 mln | 28 mln | 76 mln |
GdM, D66, GL, PvdA, HSP | VVD, D66, GL, PvdA, CDA | VVD, D66, GL, PvdA, HSP | |
Armoedebeleid | Intensiveren Fonds Ouderen en Chronisch zieken en schuldhulp | Intensiveren Fonds Ouderen en Chronisch zieken en schuldhulp | Intensiveren Fonds Ouderen en Chronisch zieken en schuldhulp |
Afvalbeleid | Circulair als uitgangspunt | Meer nascheiding | Circulair als uitgangspunt |
Autoluwe binnenstad | Beperkt uitbreiden met Gedempte Burgwal | Onderzoek naar uitbreiding | Uitgebreid onderzoek naar uitbreiding |
Bed, bad, brood | Bed, bad, brood voor statuslozen | Bed, bad brood en begeleiding voor statuslozen | Bed, bad brood en begeleiding voor statuslozen |
Milieuzone | Uitbreiden in type voertuigen | Uitbreiden in type voertuigen | Uitbreiden in omvang en type voertuigen |
Investeringen in OV | €12 mln | €6 mln | €6 mln |
Parkeerbeleid | Alleen vergunningparkeren bij draagvlak + investeren in parkeergarages | Geen wijziging | Geen grote wijziging |
Bijstandsbeleid | Behouden STIP-banen, experimenten bijstand | Afbouwen STIP-banen, meer persoonlijke aandacht bij reintegratie | Behouden STIP-banen, experimenten bijstand |
Sociale huur | Gemeentelijk woningbedrijf, meer sociale huur | Gemeentelijk woningbedrijf, meer sociale huur | Gemeentelijk woningbedrijf, meer sociale huur |
Lokale lasten | Verhogen OZB-opbrengst met €7 mln | Geen wijziging | Verlagen OZB-opbrengst met €3 mln |
Klimaat (mln €) | 44 mln | 50 mln | 46 mln |
Winnaars per thema per coalitie
Aan de hand van de verwachte uitkomsten kunnen we nagaan welke partij als winnaar uit de onderhandelingen zou komen. Een ‘winnaar’ is de partij waarvan het eigen standpunt het dichtst bij het uiteindelijke onderhandelingsresultaat ligt. Let wel: op sommige thema’s liggen de standpunten geclusterd aan de uitersten van het spectrum. Een ‘winnaar’ hoeft dus niet de enige te zijn die tevreden is met het bereikte onderhandelingsresultaat. Het overzicht hieronder laat duidelijk zien dat het lot van partijen in verschillende coalities nogal verschillend kan uitpakken.
GdM/VVD/D66/GL | GdM/VVD/D66/CDA | GdM, VVD, GL, PvdA | |
Armoedebeleid | GroenLinks | Groep de Mos | PvdA |
Afvalbeleid | GroenLinks | VVD | GroenLinks |
Autoluwe binnenstad | D66 | CDA, Groep de Mos | PvdA, Groep de Mos |
Bed, bad, brood | VVD | VVD, CDA | VVD |
Milieuzone | D66 | CDA | VVD |
Investeringen in OV | D66 | VVD | VVD |
Parkeerbeleid | VVD | CDA | VVD |
Bijstandsbeleid | Groep de Mos | VVD | Groep de Mos |
Sociale huur | D66 | VVD | PvdA |
Lokale lasten | D66 | CDA | GroenLinks |
Klimaat (mln €) | VVD | D66 | GroenLinks |
GdM, D66, GL, PvdA, HSP | VVD, D66, GL, PvdA, CDA | VVD, D66, GL, PvdA, HSP | |
Armoedebeleid | HSP | GroenLinks | HSP |
Afvalbeleid | HSP, GroenLinks | CDA | HSP, GroenLinks |
Autoluwe binnenstad | HSP, GroenLinks | D66 | D66 |
Bed, bad, brood | D66, PvdA | D66, PvdA | HSP |
Milieuzone | D66 | D66 | GroenLinks, HSP |
Investeringen in OV | D66, HSP | GroenLinks | GroenLinks |
Parkeerbeleid | Groep de Mos | VVD | VVD |
Bijstandsbeleid | PvdA | D66 | GroenLinks |
Sociale huur | PvdA | PvdA | PvdA |
Lokale lasten | D66 | VVD | VVD |
Klimaat (mln €) | HSP | D66, PvdA | HSP |
Gemiddelde afstand per partij tot het onderhandelingsresultaat
Nu is een coalitieakkoord natuurlijk meer dan de som der delen: het is mooi om een aantal punten binnen te kunnen slepen, maar als daar op andere punten te grote concessies tegenover staan kan het onderhandelresultaat alsnog totaal onbevredigend zijn voor een partij. We kunnen deze afweging in kaart brengen door de gemiddelde relatieve afstand per partij per coalitie te berekenen. Per beslispunt wordt dan gekeken hoever het van het eigen partijstandpunt staat, en dat vermenigvuldigd met het belang dat partijen eraan hechten. Dat laatste is nodig om grote verschillen op voor partijen ondergeschikte punten niet een te groot gewicht te geven in het gemiddelde. Het gemiddelde van de scores van alle beslispunten geeft aan hoe dicht een coalitie bij een partij staat. Voor de onderzochte coalities levert dat het volgende op:
Gem*=gemiddelde over de aan betreffende coalitie deelnemende partijen
De coalitie waarover op dit moment onderhandeld wordt is alleen voor D66 (inhoudelijk) de voorkeurscoalitie. Voor GroenLinks geldt dat dit op één na de variant is met de minste voorkeur. Voor VVD en Groep de Mos zou – net als voor het CDA zelf – een combinatie met D66 en het CDA de voorkeur hebben. Deze coalitie heeft ook veruit de laagste gemiddelde afstand van alle deelnemende partijen – een indicator voor de inhoudelijke cohesie.
GroenLinks, PvdA en HSP hebben (met D66) een andere voorkeurscoalitie van hen vieren met de VVD. Hier geldt juist weer dat dit voor de VVD van de onderzochte coalities de één na minst aantrekkelijke optie is. De coalitie zonder D66 lijkt voor niemand aantrekkelijk en kent ook de hoogste gemiddelde afstand.
Heikele kwesties
Maar welke coalitie gaat er nu daadwerkelijk komen? In eerste instantie verwachten wij dat de uitkomst op een onderhandelingspunt de gemiddelde positie van de partijen aan de onderhandelingstafel is, gewogen naar het belang dat zij daaraan hechten en hun invloed. In de speltheorie heet dit de Nash Bargaining Position (NBS). In de coalitieonderhandelingen proberen partijen een voor hen betere uitkomst te realiseren door steun van andere partijen te vragen voor hun positie op voor hen belangrijke beleidspunten tegenover concessies op punten die zij minder belangrijk vinden.
Zo’n onderhandelingsronde leidt natuurlijk niet meteen tot overeenstemming. In dat geval begint weer een nieuwe ruilronde, waarin partijen gedeeltelijk teruggaan naar hun positie in de vorige ronde om vervolgens weer concessies te doen aan andere partijen in ruil voor meer steun van die andere partijen op voor hen belangrijke onderwerpen. Na tien ronden kijken we wat de verwachte uitkomst op een beleidsterrein is en of er overeenstemming tussen de partijen is ontstaan. Naarmate er dan minder eenstemmigheid is op meer beleidspunten, des te onwaarschijnlijker het is dat de coalitie er daadwerkelijk komt.
Het verloop van de onderhandelingen kunnen wij mooi weergeven door de standpunten van de partijen en de NBS over de tien rondes in een grafiek weer te geven. Een compleet overzicht is als bijlage 2 opgenomen. Deze grafische weergave maakt meteen duidelijk op welke punten de posities – na tien onderhandelingsrondes – nog steeds ver uit elkaar liggen.
Figuur 1 geeft een voorbeeld van een beslispunt waar dat het geval is. In de coalitie Groep De Mos, VVD, D66 en GroenLinks is er na tien onderhandelingsrondes nog steeds een groot verschil in de posities van VVD en GroenLinks. In dit geval heeft dat er deels mee te maken dat geen van tweeën een bondgenoot heeft in de andere onderhandelingspartners, maar ook omdat de startposities divergeren terwijl de beide extremen wel veel belang aan hun standpunt hechten.
Figuur 1: simulatie van collegeonderhandelingen op een zogenaamd ‘controversieel’ thema
Figuur 2 geeft een voorbeeld van een beslispunt waar de partijen na tien onderhandelingsrondes elkaar wél dicht zijn genaderd en de posities bijna samenvallen met de Nash Bargaining Solution. In dit voorbeeld wordt dat bewerkstelligd door het feit dat zowel GroenLinks als D66 groot belang aan het beslispunt hechten, waardoor ze de twee andere partijen naar hun positie toe kunnen ‘trekken’.
Figuur 2: simulatie van collegeonderhandelingen op een zogenaamd ‘oncontroversieel’ thema
In de onderzochte coalities komen de thema’s participatie, de autoluwe binnenstad en openbaar vervoer (OV) het vaakst als heikele kwestie bovendrijven. Participatie – waarbij hier vooral wordt gedoeld op de toekomst van de STIP-banen en de strengheid waarmee de Participatiewet wordt uitgevoerd – is het meest controversiële thema. Alleen in de coalities GDM/VVD/D66/CDA en GDM/D66/GL/PvdA/HSP wordt na tien onderhandelingsrondes overeenstemming bereikt. Hetzelfde geldt – zij het in mindere mate – voor het dossier van de autoluwe binnenstad. Het beslispunt over investering in het OV is in alle coalities met GDM een heikel punt. Verklaring hiervoor is dat Groep De Mos uitzonderlijk veel wil investeren in het OV. Dit wordt in hun programma volledig gefinancierd uit de opbrengst van de verkoop van aandelen Eneco, iets waar GroenLinks, PvdA en HSP tegen zijn.
Conclusie
De coalitie die op dit moment wordt onderzocht is voor D66 de voorkeursvariant en voor VVD en Groep de Mos de tweede voorkeur. Voor GroenLinks is het van de onderzochte coalities de minst aantrekkelijke variant waar ze zelf aan deelnemen. Hoewel ze twee van de elf beslispunten naar zich toe weten te trekken, moeten er op een aantal punten forse concessies worden gedaan. Daarnaast zijn vijf beslispunten controversieel, omdat de posities na tien onderhandelingsrondes nog ver uit elkaar liggen. Voor Groep de Mos en de VVD zal de bereidheid om GroenLinks tegemoet te komen worden verminderd door de aanwezigheid van het alternatief met het CDA. Voor D66 is die variant met het CDA weer het minst aantrekkelijk, hoewel ook opvalt dat na tien onderhandelingsrondes daar vrijwel geen controversiële beslispunten meer overblijven. De andere onderzochte coalities zijn vooral voor VVD en/of GDM zeer onaantrekkelijk. De coalitie VVD/D66/GL/PvdA/HSP is voor vier van de vijf partijen de voorkeurscoalitie, maar is voor de VVD de minst aantrekkelijke variant waaraan ze zelf deelnemen.
Als het niet lukt een coalitie van GDM/VVD/D66/GL te vormen, bijvoorbeeld omdat GroenLinks daarvoor te veel concessies moet doen, dan ligt het voor de hand dat de coalitie met het CDA wordt onderzocht. Gelet op het feit dat die coalitie voor drie van de vier deelnemende partijen de voorkeur heeft en er vrijwel geen controversiële onderwerpen zijn is er dan een grote kans van slagen. Andere coalities zullen dan waarschijnlijk niet meer aan de orde zijn.
Beeld: Ellywa [GFDL of CC-BY-SA-3.0], via Wikimedia Commons
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.