De Nederlandse media benadrukken structureel de identiteit van alle Kamerleden die geen witte mannen zijn. Deze boodschap komt naar voren in een recentelijk artikel van onze hand.
We onderzochten hoe de media de identiteiten van Kamerleden beschrijven door middel van een analyse van bijna 3000 artikelen van verschillende Nederlandse kranten in de periode 1994 – 2012. De media zijn namelijk ons belangrijkste doorgeefluik voor politiek nieuws. Door middel van zogenaamde ‘matched samples’ hebben we mannen en vrouwen in de Tweede Kamer uit minderheids- en meerderheidsgroepen die verder het meest op elkaar lijken, bijvoorbeeld door hun leeftijd, aan elkaar gekoppeld om verschillen te kunnen belichten.
En die verschillen waren er, groot en opvallend. Vrouwen in de Tweede Kamer worden in vergelijking vaak beschreven met hun gender, terwijl dat voor mannen niet geldt. Kamerleden met een migratieachtergrond worden in die termen beschreven. En als Kamerleden moslim zijn wordt dat relatief vaak benadrukt in de krantenberichtgeving. Dit is zorgelijk omdat dit bij hun tegenhangers (niet-moslim, man, zonder migratie-achtergrond) niet zo is.
Witte mannen daarentegen worden het vaakst beschreven aan de hand van hun ideologie. Denk dan bijvoorbeeld aan ‘sociaal-democraat’ of ‘liberaal’. De figuur hieronder vat samen welke ‘identiteitsmarkers’ voor Kamerleden worden gebruikt in kranten:
Hoe journalisten Kamerleden beschrijven doet er toe, want de media zijn de belangrijkste bron van ons politieke nieuws. Als er door hen weinig wordt gezegd over standpunten, maar veel over identiteit, creëert dat een ongelijk speelveld voor groepen Kamerleden. Als kiezers willen we van politici toch vooral hun ideologische standpunten weten; dat is tenslotte hun werk. Maar daar komen we dus makkelijker achter bij witte, mannelijke Kamerleden, terwijl we van andere groepen vooral te horen krijgen dat ze afwijken van die norm. Tegelijk zijn juist meer diverse groepen nog in belangrijke mate ondervertegenwoordigd in de Tweede Kamer, en witte mannen oververtegenwoordigd.
We kunnen allemaal letten op ons taalgebruik. Dat kan veel inclusiever. Bijvoorbeeld: we zeggen nooit ‘mannelijke minister’ – waarom dan wel ‘vrouwelijke minister’? En waarom over iemand zeggen dat hij of zij een ‘migrant’ is als het gaat om een inhoudelijk Kamerdebat? Het overmatig benoemen van identiteiten kan al snel leiden tot stereotypering. Identiteiten die vaak worden opgemerkt – zoals gender of migratieachtergrond – zijn ook echt niet meer zo nieuw. Tijd om te stoppen ze te benadrukken en de groeiende diversiteit van de Tweede Kamer te omarmen.
Het hele artikel is hier te lezen: https://www.cambridge.org/core/journals/european-political-science-review/article/space-invaders-and-normpoliticians-how-the-media-represent-the-intersectional-identities-of-members-of-parliament/DD673EAA6908BB8A77623933047616EF#article.
Afbeelding via Pixabay: https://pixabay.com/photos/dutch-newspaper-corona-4968518/.
Ronald Heijman zegt
Belangrijke constatering. Onze pers is van te laag alloy. Weinig niveau, verantwoordelijksgevoel, weinig nuance, veel op zoek naar de hipe, de kijk- en leescijfers. Weinig maatschappelijke orientering, veel focus op de news bites. Zo erg zelfs dat ze elkaar in haast gewoon napraten. Weinig opvoeding en ontwikkeling van lezers en kijkers. Wel veel consumptie artikelen. Onze traditionele pers met inhoud en verantwoordelijkheid heeft zich laten wegdrukken door de sociale media en de alternatieve feitenleugenaars. Ze zijn ze een beetje gaan nadoen, bij gebrek aan een krachtig antwoord.
NPO is een vermaakindustrie geworden met stompzinnigheid en institutionele discriminatie en baasjes die doen wat ze willen. Ook daarin is ze gaan lijken op de commerciele omroep.
Gebrek aan visie, verkeerde leiding, verkeerde programna makers genoeg.
Volg eens naulettend een interview. Doel is om de geinterviewde onderuit te halen met domme vragen niet de feiten, beleid en actiepunten te achterhalen. Zeer negatieve grondhouding.
Wat een media armoede.
En dan zijn die uitzonderingen als oases.
Tom zegt
Ik heb altijd gezegd dat ik mij niet als ‘witte man’ identificeer, maar als mens. Daarvan werd gezegd dat mijn perceptie racistisch was omdat ik het privilege had om mijzelf als ‘mens’ te zien en niet als mijn huidskleur of sekse. Mensen met een andere huidskleur of sekse hebben die optie niet omdat de wereld niet naar hun schikt, maar naar de witte man. Het was niet belangrijk dat ik net zoveel geld verdiende als mijn vrouwelijk en gekleurde collega’s van dezelfde leeftijd (en ook gewoon huur moeten betalen terwijl ik paycheck to paycheck leef).