Steeds meer gemeentes verdwijnen. Onder het motto ‘groter is beter’ of beter gezegd ‘groter is goedkoper’, moeten verschillende gemeentes (en op termijn ook provincies) fuseren. Nederland telt nu 406 gemeentes, dat zijn er 61 minder dan in 2005, en het eind is nog niet in zicht. Maar is groter daadwerkelijk goedkoper?
Nietes
Aan de ene kant kunnen kleine politieke entiteiten beter hun diensten afstemmen op de wensen van de bevolking en is er dus minder verspilling. Aan de andere kant hebben grotere politieke entiteiten schaalvoordelen en zijn dus beter in staat kosten te beheersen. Hoewel de Nederlandse politiek al jaren de gemeentegrenzen verlegt is er weinig bewijs dat grotere gemeentes schaalvoordelen hebben. Een recente studie van Blom-Hansen, Houlberg en Serritzlew somt de resultaten op: (1) 13 studies over dit onderwerp in de V.S. vinden “no association between size and costs”, (2) in 1988 vond Wim Derksen dat gemeentelijke herindelingen in Nederland geen reductie in de kosten teweeg brachten, (3) Boyne vindt in 17 studies over dit onderwerp in het Verenigd Koninkrijk dat “unit costs rise with scale”, (4) in 32 Amerikaanse, Australische en Britse studies vinden Byrnes en Dollory geen systematisch bewijs voor schaalvoordelen.
Welles
Blom-Hansen, Houlberg en Serritzlew bekritiseren deze – voornamelijk cross-sectionele – studies, want de grootte van een politiek entiteit – zoals een gemeente – is vaak niet exogeen bepaald. Sterker nog, “size rather reflects active responses to problems“. Kortom, de grootte van een gemeente heeft niet alleen een effect op de kosten van een gemeente, maar is ook gerelateerd aan andere factoren die de kosten van een gemeente bepalen. De auteurs lossen dit endogeniteitsprobleem op door de kosten in 271 gemeentes voor en na gemeentelijke herindelingen te analyseren (239 gemeentes werden groter, 32 gemeentes bleven hetzelfde) en daarbij te controleren voor verschillende alternatieve verklaringen.
Het Deense trio vindt dat in gemeentes die groter zijn geworden de administratieve kosten minder zijn geworden. Dit effect vindt niet direct na de hervorming plaats, maar wordt wel groter over tijd. Vier jaar na de hervorming die gemeentes opnieuw indeelde besparen de nieuwe gemeentes 10% in vergelijking met de controle groep.
Relevant voor Nederland?
Kunnen we op basis van deze resultaten ook verwachten dat de Nederlandse gemeentelijke herindeling voor besparingen zorgt? Aan de ene kant lijken Deense gemeentes qua bevoegdheden op Nederlandse gemeentes. Aan de andere kant waarschuwen de auteurs dat hun studie uitspraken doet over gemeentes met tussen de 5.000 en 100.000 inwoners. De meeste Nederlandse gemeentes vallen nu in die categorie, maar de ambitie van Rutte-II is om gemeentes met meer dan 100.000 inwoners te creëren.
Het kabinet wil echter niet gemeentelijke herindelingen opleggen. Ze kunnen immers best nadelige gevolgen hebben. Zo rapporteren Blom-Hansen, Houlberg en Serritzlew dat de 10% kostenbesparing gepaard ging met een afname in het geloof dat de politiek te beïnvloeden is. Dit laatste is ongetwijfeld ook gebeurd in de voormalige gemeente Vleuten-De Meern waar in 1996 98% van de bevolking tegen aansluiting bij Utrecht stemde. Toch werd Vleuten-De Meern geannexeerd door Utrecht. Was dat de kostenbesparing (als die hier heeft plaatsgevonden) waard?
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.