Wat voor kiezers steunen Donald Trump? Vorige week schreef politicoloog Matthew MacWilliams dat het niet zozeer factoren als inkomen, opleidingsniveau of leeftijd zijn die steun voor Trump bepalen. De beste voorspeller van ‘Trumpisme’ is volgens hem ‘autoritarisme’.
Autoritarisme is een bepaalde visie op de wereld. Mensen die sterk autoritaristisch zijn hechten veel waarde aan conformiteit, orde en de bescherming van sociale normen. Ze zijn rigide, bezien de wereld in termen van ‘goed’ en ‘slecht’, staan vaak terughoudend tegenover buitenstaanders, en zijn meestal positief over sterke leiders.
Op basis van deze omschrijving van het autoritaristische wereldbeeld zou je kunnen verwachten dat autoritaristen geneigd zullen zijn om op populisten te stemmen. Populisten bezien de wereld namelijk ook aan de hand van een simplistische zwart-wit-tegenstelling: het goede en homogene volk wordt uitgebuit, verraden, en gecorrumpeerd door een corrupte en door en door slechte elite.
Dit is echter niet noodzakelijkerwijs het geval. In een recente studie laten Bert Bakker, Gijs Schumacher en ik bijvoorbeeld zien dat er geen overtuigend bewijs is dat mensen die de populistische Tea Party in de VS steunen autoritaristisch zijn. De reden is volgens ons dat er een spanning bestaat tussen autoritarisme en populisme: autoritaristen vinden dat je de autoriteiten moet gehoorzamen, terwijl populisten zich vaak juist verzetten tegen die autoriteiten.
Omdat autoritaristen vaak negatief staan tegenover buitenstaanders zou je kunnen verwachten dat ze geneigd zijn om op radicaal rechtse partijen te stemmen. Ook dit is echter niet altijd het geval. Kris Dunn laat bijvoorbeeld zien dat autoritarisme niet correleert met steun voor de Oostenrijkse FPÖ of het Vlaams Belang bij onze zuiderburen – allebei radicaal rechtse partijen.
Hoe zit het nu met de kiezers van ‘onze eigen’ radicaal rechtse én populistische PVV? Zijn Henk en Ingrid autoritaristisch? Helaas is er in Nederland niet veel onderzoek gedaan waarin autoritarisme op een valide manier wordt gemeten en er tegelijkertijd naar kiesgedrag wordt gevraagd. Gelukkig heb ik één survey kunnen vinden waarin dit wel het geval is: de European Values Study (EVS) uit 2008.
Volgens verschillende onderzoekers (zie bijvoorbeeld hier [$]) kan autoritarisme gemeten worden door respondenten te vragen van welke kwaliteiten zij het belangrijk vinden dat kinderen ze leren. De EVS doet dat met betrekking tot vier relevante kwaliteiten: onafhankelijkheid, verbeeldingskracht en tolerantie (wel belangrijk = score 0, niet belangrijk = score 1), en gehoorzaamheid (wel belangrijk = score 1, niet belangrijk = score 0). Voor het gemak heb ik hier de mensen die bij elkaar opgeteld een score van 3 of 4 (maximum) hebben als autoritaristisch gecategoriseerd.
Wat is nu, vergeleken met mensen die op andere partijen stemmen, het percentage PVV-stemmers dat als autoritaristisch geclassificeerd kan worden? Hieronder het resultaat.
Figuur: Percentage autoritaristische kiezers per partij
De grafiek laat zien dat PVV-stemmers sterker autoritaristisch zijn dan de meeste andere kiezers. Maar tegelijkertijd moet de mate van hun autoritarisme ook niet worden overdreven. Mensen die op de ChristenUnie of de SGP stemmen zijn sterker autoritaristisch. Bovendien zijn CDA-kiezers opvallend genoeg vrijwel even sterk autoritaristisch als Henk en Ingrid! Mensen die destijds gecharmeerd waren van Rita Verdonk en haar Trots op Nederland (ToN) waren slechts ietsje minder autoritaristisch dan PVV-kiezers.
Ook wanneer gecontroleerd wordt voor andere factoren (zoals nationalisme, opleiding, inkomen, geslacht, religiositeit en leeftijd) blijkt het wel mee te vallen met het autoritarisme van Henk en Ingrid. PVV-kiezers verschillen statistisch significant alleen van mensen die op GroenLinks, D66 of Partij voor de Dieren stemmen. Al is het verschil met SP en VVD ook bijna statistisch significant.* Wanneer we PVV-stemmers afzetten tegenover alle andere kiezers samen blijken de verschillen met betrekking tot autoritarisme niet statistisch significant te zijn.**
Op basis van deze gegevens uit 2008 kunnen we dus niet concluderen dat Henk en Ingrid autoritaristisch zijn. Maar daar wil ik wel twee kanttekeningen bij plaatsen. Ten eerste is 2008 al weer een hele tijd geleden. Het is natuurlijk mogelijk dat Henk en Ingrid inmiddels wél autoritaristisch zijn. Ten tweede zijn de analyses gebaseerd op een zeer klein aantal PVV-stemmers: 37. Op basis van het aantal Henks en Ingrids in bijvoorbeeld 2010 (de steun voor de PVV was toen flink toegenomen) zouden de verschillen met onder andere SP, VVD en PvdA, ceteris paribus, waarschijnlijk wel statistisch significant geweest zijn.
*: multinomiale logistische regressieanalyse met PVV-kiezers als basiscategorie.
**: binaire logistische regressieanalyse.
Frank S. zegt
“Het is natuurlijk mogelijk dat Henk en Ingrid inmiddels wél autoritaristisch zijn.” Ow?
Het is natuurlijk mogelijk dat Henk en Ingrid inmiddels een stuk MINDER autoritaristisch zijn en nog meer op alle ander kiezers lijken.
Dit laatste is aannemelijker aangezien zoveel stemmers op andere partijen zijn overgestapt naar de PVV
LJMB zegt
Die veronderstelde spanning (“autoritaristen vinden dat je de autoriteiten moet gehoorzamen, terwijl populisten zich vaak juist verzetten tegen die autoriteiten.”) is er volgens mij niet echt. Ik zou zelf zeggen dat autoritaristen (en populisten) vinden dat je de “goede” autoriteiten moet gehoorzamen, maar dat je je ook tegen de “slechte” autoriteiten moet verzetten. Dit kan verklaren waarom juist autoritaristen zich verzetten tegen de autoriteiten. Denk bijvoorbeeld aan (streng) gereformeerden die actief waren in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Dick Kraaij zegt
Heerlijk onderwerp weer waarin de politicologen in de polder zich kunnen uitleven! Het goede nieuws is: ik probeer al enkele jaren duidelijk te maken dat de ChristenUnie en de PVV aanzienlijk meer gemeen hebben dan zelf willen toegeven, dus dit blog geeft me weer wat brandstof.
Het slechte nieuws is: kiezers stemmen vaker PVV naarmate ze in hun directe omgeving meer last krijgen van nieuwkomers (en born-heres die het vertikken zich te gedragen of lange tenen hebben).
PVV-stemgedrag heeft maar heel zijdelings te maken met de aspecten die in dit artikel worden aangeroerd. Iedereen wil namelijk een bepaald niveau van leefbaarheid. De meeste D66-kiezers hebben in hun eigen omgeving weinig last van de geneugten *kuch* van de uitwassen van de multiculturele samenleving.
Het slechte nieuws is ook: orthodoxe en radicale moslims, díe zijn pas autoritaristisch. Henk & Ingrid zijn slechts ‘reactionair’: ze reageren op de eisen die moslims met lange tenen stellen. En terecht. Ze maken zich zorgen. Onze manier van leven (van alle Nederlanders, hoe verschillend ze ook in het leven staan) wordt bedreigd.
Het slechte nieuws is eveneens: dit blog sluit onvoldoende aan op waar het rond de PVV-agenda werkelijk om moet gaan.