Al sinds mensenheugenis voeren volkeren oorlog met elkaar. Je zou daardoor bijna denken dat de neiging tot het voeren van oorlog in de menselijke natuur zit. Is dat zo? Volgens recent onderzoek (paywall) van de antropologen Douglas Fry en Patrik Söderberg niet. Ze deden onderzoek naar geweld onder jagers-verzamelaars en concluderen dat, hoewel mensen elkaar regelmatig vermoorden, ze niet oorlogszuchtig zijn. Het meeste geweld bij jagers-verzamelaars is het gevolg van interne vetes, en niet van conflicten tussen groepen.
Fry en Söderberg onderzochten 21 stammen en 148 geweldsuitbarstingen. De redenen voor de conflicten liepen sterk uiteen. Vaak ging het om persoonlijke vetes: om een vrouw, vanwege incest, of omdat iemand een potje honing had gestolen. Slechts 15 procent van het geweld kan worden gekenmerkt als geweld tussen groepen, en dus als oorlog. Blijkbaar waren en zijn jagers-verzamelaars niet geneigd om conflicten op te zoeken buiten de eigen groep.
Hier moet bij worden aangetekend dat de onderzoekers ontdekten dat één specifieke onderzochte groep wél behoorlijk oorlogszuchtig was: de Tiwi’s. Bijna de helft van de onderzochte geweldsdelicten is gepleegd door deze Australische vechtersbazen. Sterker nog: driekwart van alle geweldplegingen tussen groepen kan op het conto van de Tiwi’s worden geschreven.
Maar in het algemeen zijn jagers-verzamelaars dus niet bepaald oorlogszuchtig te noemen. Deze resultaten weerleggen eerdere bevindingen (zie bijvoorbeeld hier, paywall). Fry en Söderberg wijten de verschillen tussen hun resultaten en wat eerder onderzoek heeft aangetoond aan methodologische tekortkomingen van eerdere studies (zoals bijvoorbeeld een te grote nadruk op specifieke oorlogszuchtige stammen zoals de Tiwi’s).
Conclusie: jagers-verzamelaars zijn misschien wel geneigd elkaar te vermoorden, maar houden dat vaak netjes binnen de eigen groep. De vraag is wat dit alles betekent voor de moderne mens. En vooral: voor de moderne politicus.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.