Sneuvelt in het nieuwe sociaal akkoord voor elke partij 1 heilig huisje? Liberalen geven meer macht aan de vakbonden en de vakbonden op hun beurt staan toe dat het veel eenvoudiger wordt om mensen in vaste loondienst te ontslaan. Vanuit dit oogpunt is het sociale akkoord een voorspelbare uitkomst van een onderhandelingssituatie. Toch is het een opmerkelijk akkoord vanuit het oogpunt van zowel de vakbond en de PvdA en VVD.
De vakbonden lijken voor een nieuwe strategie te gaan. Johan Bo Davidsson en Patrick Emmenegger laten zien dat in onderhandelingen over arbeidsmarkthervormingen vakbonden in heel Europa ervoor kiezen om de belangen van zogeheten insiders te verdedigen ten koste van de belangen van outsiders. Insiders hebben een vast contract en worden goed beschermd tegen het risico van verlies van inkomen (door het moeilijk te maken ze te ontslaan en uitkeringen aan te bieden in het geval van werkloosheid). Outsiders zijn werkloos of hebben een flexibel contract: zijn dus makkelijk te ontslaan en hebben weinig recht op sociale zekerheid. De reden dat vakbonden kiezen voor insiders is eenvoudig: insiders zijn vakbondslid, outsiders (bijna) nooit. De laatste decennia zijn de verschillen tussen insiders en outsiders toegenomen en deze zogeheten dualisering van de arbeidsmarkt – waar de FNV deze week nog voor waarschuwde – is volgens Davidsson en Emmenegger dus dankzij de vakbonden tot stand gekomen. Het huidig akkoord lijkt echter meer op te komen voor de belangen van outsiders dan insiders: de versoepeling van het ontslagrecht benadeelt insiders omdat ze vanaf 2016 makkelijker ontslagen kunnen worden; verschillende kleinere maatregelen zouden – in theorie – gunstig zijn voor outsiders (zie link – punt 2). Is dit een hele ’sociale’ keuze van de vakbond? Wellicht. De vakbonden krijgen ook nieuwe administratieve taken: ze worden bijvoorbeeld betrokken bij de nieuwe werkloosheidsverzekering en het reintegratie programma voor arbeidsongeschikten. Ze winnen dus institutionele invloed ten koste van de belangen van hun leden. De vakbonden hopen waarschijnlijk dat hun leden het anders interpreteren: de vakbond heeft hen gered door verschillende maatregelen met enkele jaren uit te stellen. De vakbonden kunnen echter ook een strategische keuze hebben gemaakt om meer ’outsiders’ aan te trekken met het oog op het afnemende ledenaantal.
Ook voor de twee regeringspartijen PvdA en VVD is dit een interessante wending. Ahlquist laat zien dat sociale akkoorden vaker worden gesloten kort voor de verkiezingen en door linkse partijen. Dit sociaal akkoord is wat betreft de timing een uitzondering op de algemene tendens die Ahlquist waarneemt. Maar dit akkoord is op meer vlakken interessant: ook sociaal democraten worden verwacht op te komen voor insiders ten koste van de outsiders (zie het werk van David Rueda). Liberale partijen worden helemaal niet geacht verantwoordelijkheden af te staan aan de vakbonden. En in Nederland is de PvdA – over het algemeen – niet de grootste vriend van vakbonden. In tegenstelling tot linkse partijen in bijvoorbeeld Scandinavië, kiest de PvdA er liever voor om de staat meer verantwoordelijkheid te geven. Dit uitte zich ook tijdens Paars. In die periode verminderde PvdA, VVD en D66 de verantwoordelijkheden en toegang van vakbonden met betrekking tot de sociale zekerheid. Als compromis tussen de PvdA en de VVD namen de markt en de staat de rol van vakbonden op bepaalde gebieden over. Maar de PvdA komt wel weg met dit akkoord; de VVD – waar zich steeds meer een interne revolte aan het ontwikkelen is – zal hier meer problemen mee hebben. Kiezers houden niet van partijen die intern verdeeld zijn.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.