Het CDA was ooit dé middenpartij van Nederland, die naar eigen zeggen niet naar links en niet naar rechts boog. Inmiddels worstelt de partij al enige jaren met de eigen positie. Enerzijds wilde voormalig partijvoorzitter Ruth Peetoom de partij bewegen naar het politieke midden. Anderzijds sloeg de politieke top onder leiding van Sybrand Buma (en in navolging van onder andere Maxime Verhagen) een uitgesproken rechts-conservatieve koers in met bijzonder veel aandacht voor de boze burger.
De laatste weken zien we dit laveren tussen twee koersen terug in de opstelling van het CDA in enerzijds het debat over het kinderpardon en anderzijds het klimaatdebat. In het recente partijcongres werd de keuze voor het politieke midden omarmd. Daar zou de partij herkenbaar zijn voor zowel de gewone burger als de boze burger te vinden zijn.
De vraag is echter hoe herkenbaar het CDA in deze rol daadwerkelijk is.
It’s Normen en waarden, stupid!
In modellen van stemgedrag speelt issue ownership een belangrijke rol. Partijen worden door kiezers geassocieerd met specifieke thema’s. Hoe beter die partijen zich profileren op die thema’s, en hoe meer aandacht er voor die thema’s bestaat, hoe groter de kans dat kiezers op die partijen zullen stemmen. Het CDA is bovenal eigenaar van het thema ‘normen en waarden’, dat met name Jan Peter Balkenende in de periode 2002-2006 (minder tussen 2006 en 2010) succesvol wist in te zetten om zich te onderscheiden van andere politieke partijen.
Normen en waarden zijn volgens het Continu Onderzoek Burgerperspectieven in Nederland al sinds jaar en dag een van de belangrijkste maatschappelijke zorgenpunten. In 2012 rapporteerde De Stemming van EenVandaag nog dat het CDA voor kiezers bij uitstek de partij is die over normen en waarden gaat – meer dan andere partijen, en meer dan met andere thema’s. En ook in 2017 bleken kiezers het CDA inhoudelijk nog het meest te associëren met ditzelfde thema, zo blijkt uit gezamenlijk onderzoek van de UvA, Kantar, en de Volkskrant.
Dat is ook niet vreemd. Ook over een termijn van decennia verandert issue ownership over het algemeen weinig, zo toont de Deense politicoloog Henrik Seeman. Onderwerpen die tegenwoordig vooral met linkse partijen in verband worden gebracht, werden dat veertig jaar geleden ook al, en vice versa. Seeman concludeert daarom:
Issue ownership is a key source of information on how voters generally perceive parties – issue associations are an integral part of what parties are. Parties are not only ideological creatures defending a particular standpoint (Budge, 1994) but also entities defined by the issues they are associated with (GreenPedersen, 2007; Klingemann, 1994). Issue ownership is distinctive and can be used to mobilise voters. Hence, parties can take advantage of issue ownership in their competition for voters, but will also be constrained by issue ownership in the sense that strategies have to be put together around issue ownership.
Second best?
Die normen en waarden krijgen bij het CDA echter niet de voorgrond. Wie welwillend is, kan een link leggen met de nieuwe verkiezingsspot waarin Buma Nederlanders een hele goede morgen wenst. Maar maatschappelijke zorgen over korte lontjes of sociaal isolement komen erin eigenlijk niet aan bod. Op concrete thema’s waar het CDA van Buma zich in recente weken op uitsprak – het kinderpardon, het klimaatdebat – speelt een wereldbeeld van normen en waarden evenmin een duidelijke rol. Het CDA lijkt zich eerder te profileren op thema’s waar andere partijen, nota bene in het eigen kabinet, al mee geassocieerd worden als solidariteit en een sterke economie.
Dat is waarschijnlijk geen winnende strategie voor een partij die zich wil invechten. Issue ownership is niet stabiel, zo toont onder andere dit onderzoek. Partijen kunnen thema’s claimen die nog onbezet zijn, of door de bestaande eigenaar gemarginaliseerd zijn. Maar als er al een andere issue owner is – bijvoorbeeld de ChristenUnie op het gebied van het kinderpardon, of de VVD over het klimaat – zal een uitdager er niet snel in slagen de zittende eigenaar van zijn voetstuk te stoten. Eerder mislukte die strategie ook al toen de VVD en het CDA probeerden om de wind uit de zeilen te nemen van de PVV op het migratie- en vluchtelingenvraagstuk. Met zo’n strategie blijft je als partij een tweederangs optie. De extra aandacht die je genereert voor het thema of de visie waarvan je niet de eigenaar bent, werkt eerder in het voordeel van de rivaal die je beoogt te passeren.
In de woorden van Walgrave et al:
The most important finding is that not all issues are similarly conducive to issue ownership change. Free-floating issues are most prone to being successfully claimed by parties. Firmly owned issues are a bit more difficult to claim for other parties, but even here we found that a leader’s media performance can to some extent pull an issue closer to the party. If the original owner, however, gets the media stage too and the news report is balanced, the challenging party is not able to gain any leverage and the challenger’s communication is entirely neutralized. This implies that, in the long term, it is in parties’ interest to continue to communicate about their own issues. If they stop talking about their issues, they may gradually lose their grip on them.
Afbeelding: Bron (CC2.0)
Evert Mouw zegt
Interessant artikel, helder geschreven. Kan issue ownership ook gedeeld worden door twee partijen? Waarbij dan een pro/contra verdeling bereikt wordt? Ik denk dan aan bijv. het klimaatdebat met aan de ene kant GL en de andere kant FvD (met als adjudanten D66 en PVV) die elkaar lijken te bevestigen in hun “ownership”, waardoor de andere partijen niet meer aan bod komen op zo’n thema. Je beste partner om je thematische “ownership” te verdedigen is dan je ideologische tegenstander; het geeft ook een goede contrastwerking (een idee waar ik zelf in een opinie-tekst ook nog wel ’s gebruik van gemaakt heb). Ik heb me in dat onderzoek nooit verdiept, dus ik weet niet wat de stand van zaken is; misschien moet ik dat wel gaan doen. Vanuit bijv. het FvD is de focus op GL niet alleen handig om de verschillen duidelijk neer te zetten, maar ook een manier om de coalitiepartijen te onteigenen op een hoop thema’s. Electoraal is GL nauwelijks een concurrent voor het FvD; de doelgroepen overlappen ideologisch nauwelijks.
Het CDA kost me altijd wat inspanning; ik vind het zo’n door-en-door saaie club. Misschien is dat juist hun kracht ook wel: voorspelbaarheid. Nu het de boerenprotesten lijken ze hun dominantie op agrarische thema’s wel kwijt te gaan raken.